slachtsdeel met het bijschriftwaarover gepraat wordt", maar
vóór deze plaat tot algemene verontwaardiging kon leiden, had
een radicaal feministische groep al die plakkaten met strepen
bruine verf onzichtbaar gemaakt. „Gebeurt dat in Haarlem
riep de cabaretier Fons Janssen ongelovig uit, toen hij zich ter
voorbereiding van een optreden in de Stadsschouwburg over het
gebeuren in de stad kwam oriënteren.
Begin volgend jaar brengt het kunstenaarscollectief verslag uit
tijdens een tentoonstelling in de Vleeshal en een discussieavond
in de Toneelschuur.
De positie van de kunstenaar in de gemeenschap was herhaal
delijk in discussie in het verslagjaar 1979. Kunstenaars werden
betrokken bij de stadsvernieuwing. Haarlem kende - voor zover
valt na te gaan als eerste stad in Nederland - het instituut van
wijkkunstenaar
De wijkkunstenaar werkt nauw samen met de projectgroep om
speciaal de vormgevingsaspectenbij de stadsvernieuwing te
begeleiden. Hij of zij bemoeit zich met de kleuren vorm van bestra
ting, praat mee over de beplanting, de inrichting van speelplaat
sen en ook bij het bepalen van de kleuraccenten, geeft ook aan
waar een beeldhouwer aan het werk moet. Het instituut bestond
al enige jaren in een experimentele vorm, maar kreeg in 1979 zijn
afronding tot een formele inpassing in de projectorganisatie.
Boos waren de Haarlemse kunstenaars, toen de jurydie over de
gemeenteaankopen moest adviseren, vond dat de kwaliteit en de
vernieuwingstendenzen in het aangeboden werk zo beperkt
waren, dat ze maar tot 12.000,- aankochten, terwijl er
f 40.000,- beschikbaar was. Uit protest haalde een aantal kun
stenaars hun werk terug uit de Vishal en de Vleeshal waar al het
ingezonden werk was tentoongesteld.
Dat gebeurde vlak voor het eind van het jaar. B. en W. beloofden
dat in januari een nieuwe jurering zou plaatsvinden met een
nieuwe opdracht: aankoop tot f 40.000,- totaal.