perceel gelegen was aan de westzijde van de Burgwal,
tussen de Hagestraat en de Spaarnwouderstraat en tussen
het huis van Cornells Jacobszoon de schipper of drapenier
aan de zuidzijde, de Vuile Beek aan de noordzijde(6). In het
kohier zijn op folio 40r zowel het huis van Cornelis Willems
zoon als dat van Cornelis Jacobszoon terug te vinden,
respectievelijk het drieënveertigste en het tweeënveertigste
aangeslagen perceel in wijk L, dat het gebied omvatte tus
sen het Spaarne, de Burgwal en de noordzijde van de
Hagestraat en de Hoogstraat. Deze twee percelen lagen
blijkens het kohier in het midden van de Burgwal tussen de
Hagestraat en de Spaarnwouderstraat, zodat de plaats
waar de Vuile Beek ontspringt, bepaald is.
De volgende stap is te bezien of de Vuile Beek in een rechte
lijn naar het Spaarne stroomde om daarin uit te monden, of
dat zij ergens naar het zuiden of noorden afboog. Op deze
vraag geeft het transportregister een antwoord. In 1542
verkocht Jan Janszoon Naijer voor 226 carolusgulden zijn
huis en erf (perceel nummer L41gelegen aan de westzijde
van de Burgwal, aan Willem Jacobszoon Ruijchaver(7), een
schatrijke brouwer die woonde in het kapitale pand aan het
Spaarne, op de hoek van de Wijdesteeg, welk pand hij in
1539 voor 791 carolusgulden gekocht had(8). Het huis van
Jan Janszoon Naijer had als belendende percelen het huis
(perceel nummer L40) van Outger Claaszoon de schipper,
die echter het jaar daarop zijn huis zou verkopen aan Marie-
tje Hugendochter van Aalsmeer de vroedvrouw(9), aan de
zuidzijde, en het huis (perceel nummer L42) aan de reeds
eerder genoemde Cornelis Jacobszoon aan de noordzijde,
terwijl het achtererf doorliep tot aan de Vuile Beek. Dit
laatste gold ook voor het perceel nummer L39 dat in 1546
voor 450 carolusgulden verkocht werd aan Pieter Simons-
zoon de schipper(10).
Op grond van bovengenoemde transportakten mag men
concluderen, dat de Vuile Beek niet naar het Spaarne
stroomde, maar afboog in de richting van de Hagestraat.
Deze conclusie wordt bevestigd door de transportakten van
twee verschillende percelen die gelegen waren aan de
oostzijde van de Spaarnwouderstraat, toentertijd nog Dijk-
straat of Achterstraat geheten. De erven van deze twee
percelen, het ene (perceel nummer L11gelegen tegenover
de Wijdesteeg(11), het andere (perceel nummer L66) gele
gen in het midden van de Spaarnwouderstraat(12), strekten
zich uit tot achter aan de Vuile Beek.
Wij hebben dus geconstateerd, dat de beek in de richting
van de Hagestraat stroomde. Onmiddellijk rijst dan de vraag
of de beek, na bij de Hagestraat te zijn aangekomen, paral-