Van toen af leek niets meer onmogelijk. Panorama's wer den geschilderd, soms als een langgerekte rondblik uit het atelierraam, maar ook werden als vroeger wijde landschap pen met hoge luchten opgezocht, waarvoor hij er alleen op uittrok: naar Hoog-Elten, waarde Rijn ons land binnenkomt of naar de Pietersberg met de Maas in de diepte. In sommi ge schilderijen leek het merkwaardigerwijze of er een ze- ventiende-eeuws licht was blijven hangen. Maar wat 'don dert' dat eigenlijk? Jaarlijks werd geëxposeerd, hoogst zelden meer in groeps verband, in het begin nog wel met één partner: Poppe Damave of de beeldhouwer Kees Verkade of diens collega Auke Hettema. Maar daarna waren het vrijwel steeds één- manstentoonstellingen in een reeks van plaatsen. Het be gon, nadat De Boer met zijn Amsterdamse galerie op grond van de verkoopresultaten helaas verstek had laten gaan dicht bij huis: opnieuw bij Heerkens Thijssen, nu junior, in Haarlem. Polder in Den Haag en 't Boere Höfke in Hulsberg, Limburg, volgden. In '70 maakte de kortlevende Haarlemse galerie Aktie 68 een briljante start met een Steijn-expositie; in hetzelfde jaar niet alleen gevolgd door opnieuw Polder in Den Haag, maar ook door een grotere tentoonstelling van tekeningen en olieverven in het Singer Museum te Laren N.H., waarvoor Kees Verwey het openingswoord sprak. In 71 en '72 waren er Steijn-exposities in de nieuwe galerie van Eylders in Zandvoort, met ertussen door één in het Kunstcentrum in Den Haag. In '73 was zijn werk te zien in Antwerpen (Galerij A.S.L.K.), in Ruinen ('t Huys met de Luyken) en in Amsterdam (Pulitzer Art Gallery). In '74 een nog grotere tentoonstelling in het Singer Museum, nu niet alleen in het prentenkabinet, maar ook in twee zalen met totaal 55 schilderijen, 103 tekeningen en 154 etsen. Deze tentoonstelling werd in hetzelfde jaar overgenomen door de Galerij De Ark in Boxtel. In 75 genoot Wim gastvrijheid in de kelders van het ge meentehuis van Bloemendaal, en in '76 vond de directeur van het Frans Halsmuseum het passend een nieuwverwor- ven vleugel van het gebouw met een tentoonstelling van zijn werk te openen, ingeleid met een toespraak van de beeldhouwer Mari Andriessen. In 77 was er een tentoonstelling in het Henriëtte Polak Museum in Zutphen, in de voorbereiding waarvan enige schilderijen van de wonderlijk grillige St. Walburgskerk ont stonden. In hetzelfde jaar was Steijn voor de derde maal te gast in het Singer Museum. Na een stilte van meer dan een jaar besloot de reeks, waarvoor vrijwel steeds Ger de contacten gelegd had, met

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1980 | | pagina 104