waarop hij de viering van die vijfde juni uitbeeldde. Hij,
Adriaen Pauw, de in Haarlem zo bekende, is daar een voor
ieder begrijpelijk symbool van de Vrede van Munster. Al
kreeg hij van Beelt maar twee en geen zes paarden voor de
koets. Dat was ruim genoeg voor Holland, waar men zich
snel ergerde aan diplomaten die zich aanpasten aan de
praal en pronk van andere landen(8).
Grappig is het te zien, hoe Beelt de karos nog eens afbeeldt
op het doek in particulier bezit in Gelderland, maar nu
zonder passagier geheel links op de grote Markt - op het
Amsterdamse doek ziet men dezelfde karos rechts - gepar
keerd, alsof de eigenaar op het Stadhuis moest zijn (afb. 2).
Wederom een symbool, want het is erg onwaarschijnlijk dat
Adriaan Pauw die dag werkelijk in Haarlem was. Zijn slot, nu
het 'Oude Slot' te Heemstede, was steeds een buitenver
blijf^), een tweede woning voor hem, hij woonde en werkte
in Den Haag. Daarheen is hij zeker eerst gereisd uit Mun
ster, daar moest hij verslag uitbrengen en daar is hij zeker
gefêteerd met de overige zeven leden van het gezant
schap. Bovendien had zijn vrouw, die hem van mei 1646 tot
april 1647 te Munster gezelschap hield, waarschijnlijk in juni
al een slechte gezondheid. Zij stierf 3 november 1648 in
Den Haag en werd op 10 november te Heemstede begra
ven. Adriaan Pauw stierf in 1653, een plaquette voor beiden
werd in de Nederlands Hervormde kerk aangebracht.
Gerard Ter Borch (1617-1681), die ook de stoet op weg
naar Munster schilderde, maakte van veel belangrijke per
sonages te Munster portretten en zo ook van het echtpaar
Pauw. Anna Ruytenburgh - zij was zijn tweede vrouw - ziet
er opvallend oud uit, ouder dan haar man, terwijl zij jonger
was. In 1974 bracht de Ter Borch-tentoonstelling in het
Mauritshuis deze portretten weer met de tocht in de staat
siekaros van het echtpaar Pauw te samen(10).
Was de karos van Adriaan Pauw dus een symbool, het
wandtapijt met de Val van Damiate heeft mijns inziens
werkelijk in 1648 en meermalen het balkon van het stadhuis
versierd. Want - en ziehier het nut van vergissingen! - de
gegevens die ik verzamelde vóór ik bemerkte dat mijn
hypothese van prins Willem in de koets foutief was, behel
zen een duidelijk bewijs: in 1660 werd het stadhuis van
Haarlem (weer) versierd met het Damiate-tapijt!
Immers, de Hollandsche Mercurius meldt over dit bezoek
onder 'Junius 1660': 'Den 29. is de hoog gemelte Princesse
Royael op 't versoeck van d'achtb. Magistraet van Haerlem
genoodicht Quam den 31 Junij savonts t 'halff sevenen in
die Stadt zijnde opgetreden aan den Aerdenhouts-brugge
en in een Carosse gaende wierde door 24. Burger-