den, kwam het huis voor minder dan de helft van de prijs in 1756, voor 765,-, in bezit van Jacob van Oosterom. Ook het pand van de buurman, nr. 13, was in de jaren negentig van de 18de eeuw aanzienlijk in prijs gedaald. In 1795 werd het huis uit de nalatenschap van Catharina Mol verkocht aan Jan van der Roest, waarbij de koper tevens het recht kreeg 'om zijn Turf 's jaers eens opdoende, door het huis van Hendrik van Duyn (zijn buurman op nr. 15) te laaten draagen'. En dat alles voor de prijs van 2.800,-. In 1738 had dit 'huys metten Erve met een Thuyn daaragter, alsme de drie earners met den Erven agter 't voorz. huys geleegen en uytkomende met een Poort in de Biggesteegh' Bloe- mertstraat) nog 7.000,- opgebracht. Dit bedrag werd toen neergelegd door Jean Estienne Frescarode, een 'bedie naar des Goddelijken Woords van de Walsche Gemeente binnen dese stad' - afkomstig uit Kampen en in 1733 aan gesteld tot predikant bij de Waalse kerk. Het Rozenkruisers Genootschap blijkt dus niet de eerste eigenaar van dit pand te zijn met religieuze achtergronden. Bakenessergracht 84 In 1977 werd voor dit atelierhuis van de Teylers Stichting door het architectenbureau Peters en Boogers uit Amster dam een restauratie/renovatieplan opgesteld. Het atelier op de begane grond werd getransformeerd tot een bedrijfswo ning. Gedeeltelijk vernieuwen van eiken vloerbalken was noodzakelijk. Bij een bouwkundig onderzoek was gebleken dat, als gevolg van lekkages en aantasting door houtworm, de vloerconstructies nogal te wensen overlieten. Ook de plafonds beleken in slechte staat. Door onder meer aan- scherven van de vloerbalken en een behandeling tegen houtworm hebben de inmiddels afgeronde werkzaamhe den de vloeren weer betrouwbaar gemaakt, dit met behoud van het authentieke karakter (moerbalken en kinderbinten). Evenals Bakenessergracht nr. 9 heeft ook dit pand geruime tijd onderdak geboden aan een bierbrouwerij. De brouwerij 'De Passer en de Valk' wordt in 1628 door S. Ampzing vermeld als een van de vijftig Haarlemse brouwerijen. Dat er binnen Haarlem vroeger een aanzienlijke hoeveelheid bier werd gebrouwen, blijkt vyel uit de cijfers, die vermelden dat alleen al in deze brouwerij in het jaar 1687 15 150 ton bier is gebrouwen. De brouwerij was dus al in de 17de eeuw produktief. De gevel daarentegen - met zijn fraai georna menteerde kroonlijst en de ingangspartij met uitbundig snij werk - toont de architectonische kenmerken van de 18de eeuw: het gevolg van een verbouwing in 1726. Deze voor malige brouwerij, waarvan het handelsmerk als gevelste nen bewaard is gebleven, werd in 1794 verkocht 'met des- 154

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1980 | | pagina 156