snel een tendens bij hem waarneembaar om weinig ge
speelde muziek, die het verdiende aan de vergetelheid
ontrukt te worden, onder de aandacht te brengen.
Voor minder algemeen bekende romantici als Alkan en
Dohnanyi werd hij, zoals voor al hetgeen hij ter hand nam,
een hartstochtelijk toegewijd pleitbezorger, waarbij dan zo
wel virtuositeit als expressiviteit in de voordracht het volle
pond kregen. Ook voor Nederlandse en in Nederland
werkende componisten als Rudolf Escher en Frank Martin,
alsook voor vertegenwoordigers van de vorige generatie
als Willem Pijper of Gerard von Brucken Fock (wiens piano-
oeuvre hij gedeeltelijk ook op grammofoonplaat bracht)
stond hij op diezelfde, sympathieke wijze en met grootse
artistieke allure op de bres.
Als componist (leerling van Hendrik Andriessen) was Sas
Bunge in zijn werkwijze zeker niet de man van de ivoren
toren, maar werden zijn partituren daarentegen direct op de
praktijk geënt. Bunges musicerende ouders, begaafde
amateurs, vormden hierbij, naar zijn zeggen, een stimulans
en inspiratiebron. Eén van zijn eerste stukken schreef hij
dan ook voor het schoolorkest van het Kennemer Lyceum,
waar hij in zijn jeugd de gymnasiumopleiding had gevolgd.
Een zangerige compositie in licht aansprekende en vloeien
de stijl, waarvan de moeilijkheidsgraad wat de technische
uitvoerbaarheid betreft geheel was afgestemd op het ni
veau van dilettanten, zonder dat dit als een gebrek ten
aanzien van de muzikale uitdrukking ervaren kon worden.
Uitbuiten van situatie en mogelijkheden bleken al gauw de
pijlers te zijn waarop Bunges componeren gebaseerd was.
Geen wonder dat de contacten met de muziekonderwijsin-
stellingen en met bij voorbeeld het Haarlems Jeugd Orkest
zeer hecht waren en rijke vrucht afwierpen in de vorm van
talrijke composities, waaraan met recht ook een belangrijke
pedagogische waarde kan worden toegekend. Een ken
merk dat ook zijn pianowerken, zoals diverse etudes, zo
bruikbaar maakte voor de muziekopleiding, waarbij Bunge
als hoofddocent aan het Utrechts Conservatorium immers
ook zo nauw betrokken zou raken.
De veelzijdigheid die Sas Bunge tentoonspreidde, uitte zich
ook op literair vlak. Nogal eens in samenwerking met zijn
aan uitgeverij Oosthoek verbonden broer Lucas, verzorgde
hij tal van uitgaven, facsimile herdrukken, bewerkingen en
vertalingen, onder andere van The Bach family (Hun naam
was Bach) en van The present state of music in Germany
(Het reisdagboek uit 1773 van Charles Burney). Een en
ander steeds op een manier, die de meest erudiete musico
loog met trots zou mogen vervullen.
231