rak, die een honderdtal jongeren omvatte (herbergen is hier niet het juiste woord). Met het risico van overdracht aan de Japanse geheime politie deed hij mee aan een HBS-oplei- ding waarvan later, tot zijn vreugde, de diploma's werden erkend. En toen hij meer dood dan levend uit het kamp gekomen was, werd hij hoofd Ontspanning en Ontwikkeling van het overgangskamp. De Willem uit zijn jongere jaren doet de latere Willem Haze- voet beter begrijpen: een in wezen ontembare en onver woestbaar optimistische man, die sterk sociaal bewogen is, jeugd met de jeugd, en die dwars door alle ellende heen zijn omgeving probeert te bemoedigen. Toch lieten al die ervaringen natuurlijk niet na hem te teke nen. Hij keek dwars door dingen en mensen heen en liet zich niet misleiden door de buitenkant. Dat leidde ertoe dat hij graag ontmaskerde, ballonnen doorprikte, uitdagende opmerkingen maakte, die soms wat cynisch aandeden. Omdat hij bovendien alles en iedereen van haver tot gort kende, kon hij zich soms presenteren als een soort geweten van Haarlem, met alle hinderlijkheid die een geweten wel kan oproepen. Hoewel zijn opmerkingen hem daarom niet altijd in dank werden afgenomen, mochten de meeste men sen hem graag, omdat ze hem kenden en zijn bedoelingen wel konden waarderen. Men verdroeg zijn spel en Willem wist dat en was daar dankbaar voor. Een man als Willem Hazevoet is Haarlem niet onopgemerkt voorbij gegaan. Velen zullen hem ook niet gauw vergeten. Hij heeft 'vele en gewichtige diensten aan de gemeente bewezen', zoals het college van Burgemeester en Wethou ders schrijft in zijn ontslagbrief als directeur van de Ge meentelijke Dienst voor Sociale Zaken op 23 februari 1972. Willem was trots op deze brief, al wilde hij geen onderschei ding, want daar werd naar zijn mening te veel 'onecht' spel mee gespeeld. Het doet er ook weinig toe: een onderscheiding was in zijn geval niet nodig om aan te geven dat hij zich onderscheiden heeft van menig ander. Zijn persoonlijkheid staat er borg voor dat Haarlem hem niet snel zal kunnen vergeten. De overweldigende belangstelling uit alle lagen van de Haar lemse bevolking bij de crematie was hiervan een sprekend symbool. 235 A. Lagerweij

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1980 | | pagina 237