Ernest Lefebvre Niet zóvelen zullen zich bij een eerste ontmoeting met Ernest Lefebvre direct tot hem aangetrokken hebben ge voeld. Deze terughoudendheid kwam waarschijnlijk voort uit het manifeste van zijn persoonlijkheid, waardoor hij, onder bijna alle omstandigheden, haast vanzelf het middel punt werd. Zijn rijzige gestalte droeg daar in niet geringe mate toe bij, maar meer nog zijn brede en intense belang stelling voor alles wat er om hem heen gebeurde, waardoor het leek of hij het leven naar zich toehaalde. Natuurlijk viel de stad Haarlem en haar omgeving een groot deel van die belangstelling ten deel. Niet alleen dat hij de historie van de stad uitstekend kende, ook over haar bewo ners van na 1900 kon hij urenlang vertellen. Zijn werk: na een leertijd in Leeuwarden, Berlijn, Parijs en Wenen kwam hij in 1928 in dienst van de uitgeverij Tjeenk Willink in onze stad. In 1934 werd hij tot onderdirecteur benoemd en 4 jaar later tot directeur; dat bleef hij tot zijn pensionering in 1970. Door zijn groot vakmanschap als uitgever, zijn kennis, belangstelling voor culturele zaken en zijn persoonlijkheid zag hij kans de reeds gevestigde repu tatie van deze uitgeverij van select wetenschappelijk en cultureel werk nog te vergroten. De Koninklijke Nederland se Uitgeversbond ziet hem als voorzitter in 1952, waar hij niet alleen zijn stempel drukt op diverse manifestaties, zo als het 75-jarig jubileum, een gebeurtenis van internationa le allure. Ook bij het begin van de liberalisatie van het boekenvak en het ontstaan van samenwerkingsverbanden in de jaren vijftig heeft hij zich een onvermoeibaar onder handelaar en bemiddelaar getoond. In 1968 bereikte hij de hoogste post die een uitgever in de organisatie van het boekenvak kan bereiken, nl. president van de International Publishers Association. Hij bleef dat tot 1972. Maar niet alleen door zijn dagelijks werk was Ernest Lefeb vre belangrijk voor Haarlem. Vele typisch Haarlemse instel lingen hebben zijn belangstelling genoten. Zo bijvoorbeeld de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen waar van hij een actief en trouw directeur was, en ook de Teylers Stichting, dat eerbiedwaardige en in oorsprong doopsge zinde instituut. Vanaf 1965 bestond er zelfs een intensieve samenwerking vanwege de in opdracht van de Hollandsche Maatschappij door Tjeenk Willink uitgegeven 6 delen: Mar- tinus van Marum, life and work.Dit handelde over de beken de secretaris van de Maatschappij, die tevens directeur van Teylers Museum was. Naast de nauwe contacten die hij met het museum onderhield, heeft hij zich beijverd om de grote culturele waarde ervan ook in de toekomst veilig te stellen. 240 20 september 1905 - 29 maart 1980

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1980 | | pagina 242