Jonkheer Frans Johan Eliza van Lennep 14 juni 1890 - 15 april 1980 Wanneer een oude vriend ons ontvalt, dan voelen we dat soms als een groter verlies dan het heengaan van iemand met wie bepaalde familiebanden bestaan. Ook na het over lijden van Frans van Lennep op bijna 90-jarige leeftijd heb ben velen dit ervaren. Herhaaldelijk zijn er zaken waarvan men denkt: 'Kon ik er met hem nog maar over praten'. Van Lennep was het type van de erudiete grand-seigneur, die gemakkelijk en geestig converseerde. Zijn kracht als schrijver lag in een zeer goed geheugen, belangstelling voor het verleden met als zwaartepunt de negentiende eeuw, de gave om het leven in vroeger tijd aan te voelen en het vermogen om allerlei zaken boeiend en met gevoel voor het anekdotische te formuleren. Zijn zwakte was het ontbre ken van een wetenschappelijke opleiding en een zekere neiging zich te beperken tot wat van zijn schrijftafel af be reikbaar was of door correspondenten werd aangebracht. Door deze combinatie van eigenschappen werd hij gedre ven tot de petite histoire, die overigens toch reeds zijn belangstelling had. Hij was reeds 66 jaar oud toen in 1956 zijn eersteling Honderd jaar Hartenkamp verscheen. Met schrijven was Van Lennep begonnen toen hij gedurende de oorlogsjaren als commissionair in effecten (lid der Amster damse firma Patijn, Van Notten Co.) weinig omhanden had. In het bijzonder in het laatste oorlogsjaar, na de vrijla ting uit het gijzelaarskamp Buchenwald heeft Van Lennep tijdens een langdurig verblijf op Kennemerduin, het vroeger ouderlijk huis te Heemstede, veel genoteerd uit eigen herin nering en verhalen van oudere generaties. Als auteur was hij een laatbloeier, maar in veel kleinere kring waren zijn bons mots en zijn stilistische en dichterlijke gaven - een erfelijke eigenschap bij vele Van Lennep'en - bekend. Honderd jaar Hartenkamp ond grote ingang, ook bij dege nen die de wereld waarover hij schreef van huis uit niet kenden. Het boek was spoedig uitverkocht en dat voor hem onverwachte succes bracht Van Lennep tot het schrijven van een aantal andere verhalen over vroegere bewoners van buitenplaatsen in Kennemerland en 's-Graveland en van Amsterdamse grachtenhuizen, gebundeld uitgegeven in 1962 onder de sprekende titel Late regenten. Van deze studies waren sommige tevoren in de jaarboeken van Am- stelodamum en Haerlem gepubliceerd. Voor Haarlem zijn in het bijzonder van belang de hoofdstukken 'Appie en Ampie en hun nakomelingen' (het echtpaar Van Wickevoort Crommelin-Van Lennep, dat sedert 1797 Berkenrode be woonde, en hun talrijke nageslacht) en 'Een Gilde Loffelyck en Aloud' over het merkwaardige, omstreeks 1400 opge- 242

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1980 | | pagina 244