die de verbindende schakel tussen het Prinsen- en Staten-
bolwerk vormde, werd ook in de aanleg betrokken en ge
transformeerd tot een stuk tuinarchitectuur. Op 15 maart
1822 vond de aanbesteding plaats 'tot het vermaken en
verbeteren der Nieuwpoort teneinde de Wandeling langs de
buitenkant van het Bolwerk daarover te brengen'(18).
In tegenstelling tot het eerste ontwerp, waarvan uitdrukke
lijk vermeld werd dat Zocher dit gratis leverde, is er bij het
tweede ontwerp geen sprake van wat voor vorm van hono
rering dan ook. In 1823 werd echter besloten 'om aan den
Heer Architect J.D. Zocher, eene gratificatie van 400,-
toeteleggen voor het ontwerpen der plans van den nieuwen
aanleg der Wandeling op de Bolwerken dezer Stad, en voor
het Surveilleren der Werkzaamheden bij dien aanleg'(19).
Waarop de heer Zocher te kennen gaf: 'dat hij met dankba
re erkentenis het aan hem toegedagt geschenk van 400,-
aanneemt, als een strelend blijk van goedkeuring voor den
Aanleg der Bolwerken dezer Stad'(20).
De wandelingen op het Bolwerk zijn in twee fasen tot stand
gekomen: in 1821 het Prinsenbolwerk en in 1822 het Sta-
tenbolwerk. Daarna keerde de rust terug in dit gebied. Het
beoogde doel van de 'wandeling' en 'verfraaijing' was be
reikt. Nu nog het aantrekken van gegoede burgers.
De stad had er naast de alom geroemde Haarlemmerhout
een groenvoorziening bij gekregen, waardoor het binnen
komen van de stad aan de noordzijde veraangenaamd was,
maar die voorlopig nog geen veranderingen teweegbracht
in de Nieuwstad. Deze bleef kaal en vrijwel onbewoond.
Wanneer men de kaart van C.K. de Geus uit 1858 vergelijkt
met die van F.J. Nautz uit 1822, dan blijkt dat men zich niet
zo licht liet strikken Haarlem als woonplaats te kiezen.
Wel werd in 1834 tot een opknapbeurt van de Nieuwpoort
besloten(21) en onderging deze poort haar zoveelste wijzi
ging, 'toen zij met hout werd overdekt en wel zodanig dat in
het midden over de poort een doorgang werd opengelaten,
die aan beide zijden met twee overdekte rustplaatsen of
rustieke priellen van groenhout was betimmerd'(22).
Tot 1840 behield dit gedeelte der stad het karakter dat het al
bijna tweehonderd jaar lang gedragen had. Behalve de
transformatie van de Bolwerken waren er weinig wijzigin
gen in de structuur van dit gebied. Maar met de komst van
de IJzeren Spoorweg werd een ontwikkeling op gang ge
bracht met ver voerende consequenties.
De IJzeren Spoorweg De eerste plannen voor de aanleg van een IJzeren Spoor
weg, die tussen Amsterdam en Rotterdam zou gaan lopen,
44