den dat geen gronden worden uitgegeven, dan na vooraf behoorlijk verzekerd te zijn van het plan van de aan- bouw'(42). Nu de plaatsen aan het Bolwerk, die bebouwd mochten worden, waren vastgesteld, diende de heer R. van der Voort opnieuw zijn verzoek in om een woning te mogen bouwen, ook weer tegenover de Jansweg, maar ditmaal op het stukje grond dat daarvoor bestemd was(43). Het bleek echter dat Zocher enkele dagen tevoren met exact hetzelf de verzoek was gekomen; ook hij wilde het stukje grond tegenover de Jansweg aankopen 'om daarop eene villa te bouwen'. Aan Zocher werd de voorkeur gegeven, niet al leen omdat zijn aanvrage enkele dagen eerder gedateerd was, maar ook om 'dat het wenselijker is dat op den bedoel den grond eene villa in den geest zoals zulks door den rekestrant Zocher wordt bedoeld, worde gebouwd, dan dat op dat terrein een perceel verrijze, overeenkomende met, of in den geest van de door R. van der Voort overlegde teeke- ning. Wij zijn van oordeel, dat het eerste meer dan het laatste tot verfraaijing van dat schoone gedeelte van het Bolwerk zal bijdragen'(44). De beide aanvragen zouden nauwkeurig vergeleken moe ten worden om te kunnen vaststellen of er inderdaad zo'n groot verschil tussen deze twee ontwerpen bestond. Dit valt echter buiten het kader van dit onderzoek. Wel is sterk het vermoeden gerezen dat aan Zocher zonder meer de voor keur werd gegeven. Dit vermoeden wordt nog versterkt als besloten wordt de bebouwing aan het Bolwerk overeen komstig de plannen van Zocher te doen geschieden en de gronden te koop aan te bieden 'in de eerste plaats aan den heer J.D. Zocher'(45). Aan het eind van 1864 kwam er, naar aanleiding van een ontwerp van Zocher, nog een voorstel om twee nieuwe wegen bij de Nieuwpoort aan te leggen. Deze waren in het verlengde van resp. de Jansweg en de Kruisweg geprojec teerd en zouden om de Nieuwpoort heen lopen. 'De Nieuw poort zelve, die én om hare ligging én om hare bouworde liefst gehouden moet blijven, zou dan worden ontgraven, zoodat zij op zich zelve komt te staan, terwijl voor de daarstelling van de beide wegen eene aanplemping van een gedeelte van den Singel zou moeten plaats heb ben'. De voorgestelde verandering was om twee redenen aanbevelenswaardig; 'de eerste is, dat de ondervinding heeft geleerd dat er door toenemend verkeer dikwijls opstopping aan de Nieuwpoort, waar slechts één rijtuig te gelijk door kan, ontstaat, waarin geheel zal worden voorzien wanneer er twee wegen bijkomen om van die zijde in de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1980 | | pagina 52