PieterJansz Begijn (f1648) jaren de naam en handtekening van Jacob Begijn - en eenmaal die van zijn vrouw - tegen in de Haarlemse be scheiden: als getuige, executeur testamentair of gevol- machtigde(40). Van het meeste belang voor de genealogie is hierbij een akte van 21 februari 1643, waarin Jacob gemachtigd wordt om namens drie kleinkinderen van Domi- nicus van Lynhoven senior de erfenis te gaan halen bij de weduwe van hun neef Symon Crijnne alias Roobel, die te Lillo in garnizoen gelegen had als kapitein van de Staten van Holland(41). Op 9 oktober 1652 maakten Jacob Begijn en Anna van den Rijn hun testament ten overstaan van notaris Nicolaes van Bosvelt. Het stuk biedt als enige nieuwe inlichting, dat Anna op dat ogenblik 'sieckelick' was, en vervolgens dat er ge sproken wordt over een niet uit andere documenten beken de ongenaamde zoon(42). Ondanks het feit, dat Annas gezondheid toen te wensen overliet, overleefde zij haar man, blijkens een laatste akte, gedateerd 1 augustus 1658, waarin zij als weduwe tot haar gemachtigde een zekere Jacob van Baele aanstelde wegens haar te voorziene afwe- zigheid(43). Het is ons niet bekend waarheen de weduwe vertrokken is, noch waar en wanneer zij overleed. Jacob Begijn werd op 12 september 1656 'met kennis van schee pen Olycan' begraven op het Haarlemse begijnhof(44). Een derde zoon van Jan Begijn, Pieter, was goud- en zil- versmid(45). In 1633 werd hij aangesteld tot vinder van het Sint Lucasgilde(46), in welke hoedanigheid hij op een niet nader aangeduide datum de 'Ordre op de begravingen ende lijckgangen vanden gemeene Gildenbroederen van St. Lucasgilde binnen Haerlem' ondertekende(47). Van het goud- en zilversmedengilde was hij keurmeester in 1636, 1645 en 1648(48). Hij was een dergenen, die zich in 1639 tevergeefs niet akkoord verklaarden met de afscheiding van het goud- en zilversmedengilde uit het Sint Lucasgilde, tezamen met Gaef Meyndertsz Fabritius, Pieter Cornelisz Pou, Outgert Arisz Akersloot en Dominicus Fredericksz van Lynhoven(49). Van zijn artistieke kwaliteiten zijn geen bewij zen bewaard gebleven. Op 5 november 1628(50) huwde Pieter Begijn voor schepe nen met Mayken, de op 27 februari 1611 gedoopte( natuurlijke dochter van de schilder Cornelis Cornelisz van Haarlem en Margriete Pauwelsdr. Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren: Cornelis, omstreeks 1632; Aeltgen, omstreeks 1636(52), en een derde jonggestorven kind, dat tussen 14 en 21 juni 1642 in de noordertrans van de Sint Bavo begraven werd(53). 73

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1980 | | pagina 75