Anton van den Hoeven 'Ten exempel en afschrik' Strafrechtspleging en criminaliteit in Haarlem 1740-1795 C) Inleiding In studies over de 18e eeuw, de tijd van de Verlichting, zijn vaak termen als 'dynamiek', 'verandering' en 'be weeglijkheid' te vinden. De auteurs betogen veelal dat er vanuit het nieuwe rationalisme, dat kritisch en scep tisch was ten aanzien van traditionele waarden en be staande structuren, een humanitair streven naar her vorming kwam, alsmede een vurig optimistisch geloof in een betere toekomst. Deze idealen die aanvankelijk leefden bij een intellectuele elite, kregen vooral in de tweede helft van de 18e eeuw aanhang in een bredere kring en droegen bij tot het uitbreken van de Franse Revolutie in 1789. Nu is er vooral in het buitenland aandacht besteed aan de stroming van de Verlichting (Frankrijk, Engeland). Hier in Nederland is er eigenlijk zeer lang weinig be langstelling geweest voor de eigen cultuurgeschiede nis van de 18e eeuw; naast de 'gouden' 17e eeuw leek de duffe en saaie 18e eeuw weinig aantrekkelijk. De laatste tijd is er wel een grotere belangstelling en een meer positieve waardering gekomen voor de Neder landse Verlichting, maar door deze late start zijn we nog slecht ingelicht over het precieze karakter van de Ver lichting in de Republiek (2). Ikzal mij dan ook niet wagen aan een karakterschets hiervan, maar zal in het onder staande slechts iets zeggen over één facet van de Ver lichting: de beweging, die hervorming van het straf recht voorstond en de invloed die zij in Haarlem had. Het algemeen strafwetstelsel in de 18e eeuw was in grote lijnen nog gebaseerd op de Criminele Ordonnan ties van 1570 en de plaatselijke keuren en 'costumen'. De uitvoering hiervan verschilde plaatselijk nogal. Kort gezegd was het doel van de rechtsgang om achter de ware toedracht van het misdrijf te komen. De verdachte was voorwerp van onderzoek; dit onderzoek was niet openbaar en de verdachte had geen recht op rechts kundige bijstand. In principe kon alleen aan een ver dachte die bekend had een lijfstraf worden opgelegd. Bovendien was het op bekentenis gewezen vonnis niet vatbaar voor hoger beroep (bij het Hof van Holland). Dit alles maakte het verkrijgen van een bekentenis wel zeer gewenst. Daartoe kon eventueel de tortuur (door pijni ging de verdachte dwingen de waarheid te zeggen) ge bruikt worden, al was het gebruik hiervan wel aan regels gebonden. Reeds in de 17e eeuw waren er stemmen opgegaan tegen het gebruik van de pijnbank (tortuur), dat men wreed en niet effectief vond (o.a. Daniël Jonctijs, Anto-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1982 | | pagina 10