nius Mattheus) (3). Tot in de eerste helft van de 18e eeuw
accepteerden echter de meeste Nederlandse juristen
een beperkt gebruik van de tortuur. Pas na die tijd komt
het grote debat over strafrechthervorming op gang. Een
belangrijk jaartal in dit proces is 1764, wanneer het boek
Dei delitte e delle pene' van Cesare de Beccaria uit
komt, waarin hij een aantal hervormingen van het straf
proces voorstelt. Dit boek had een zeer grote invloed,
ook in de Republiek waar het in 1768 werd vertaald.
De voornaamste punten in de polemiek over hervor
ming van het strafrecht (die vooral in de jaren 60 op
gang kwam in de Republiek) waren:
- afschaffen van de tortuur. Bij het debat hierover voel
den zowel voor- als tegenstanders zich genoodzaakt
om van hun humanitaire gevoelens te doen blijken.
Voorstanders vonden tortuur humanitair voor de
respectabele burgers, die zo beschermd werden te
gen misdadigers. Zij gaan dus uit van het belang van
de samenleving, in plaats van de individuele verdach
te voor wie de tegenstanders van de tortuur opkwa
men.
- beperken of afschaffen van de doodstraf (met name
voor diefstal met braak).
- aanpassen van een straf aan een delict. Hervormers
zagen de straf niet als vergelding, maar legden de
nadruk op het doel van de straf ten dienste van de
samenleving: de misdadiger verbeteren en misdaden
voorkomen door de afschrikwekkende werking van
de straf. Vandaar dat men ook tegen wrede en ver
minkende straffen als handen afhakken, ogen uitste
ken etc. ageerde.
De Nederlandse hervormingsbeweging heeft niet zo
snel invloed op de wetgeving gekregen. Pas in 1798
wordt in de Republiek de pijnbank afgeschaft (in Prui
sen al in 1754, Zweden 1772, Oostenrijk 1776), in 1854
het brandmerken en te pronk stellen en in 1870 de reeds
zeer beperkte doodstraf (de laatste doodstraf in Haar
lem werd op 25 november 1829 voltrokken, toen twee
schapendieven werden opgehangen). De hervormings
beweging richtte zich echter tegen de praktijk, niet zo
zeer tegen de wetten. Er zal dus onderzocht moeten
worden of er in de dagelijkse praktijk van het strafrecht
sprake was van een zekere humanisering. Pas dan kan
vastgesteld worden in hoeverre 'Verlichtingsideeën
(lees: voorstellen ten aanzien van humanisering van het
strafrecht) doordrongen in de dagelijkse praktijk; met
andere woorden, of de hele kwestie van hervorming van
9