In het gebouw Zijlstraat 70 is gedurende 28 jaren het
postkantoor gevestigd geweest waaraan een einde
komt door de bouw van het huidige hoofdpostkantoor
aan de Gedempte Oude Gracht; het ontwerp hiervoor is
afkomstig van de rijksbouwmeester Crouwel.
Al geruime tijd is in het voormalige postkantoor de ABN
gevestigd als opvolger van de Twentsche Bank.
Dank zij de plaatsing op de Voorlopige Monumenten
lijst en druk vanuit de Haarlemse gemeenschap is in
ieder geval het gevelgedeelte voor het stadsbeeld be
houden, zij het als camouflage voor het volstrekt utilitai
re gebouw dat daarachter wordt opgetrokken.
De hele gang van zaken is - gezien vanuit het streven
dat waardevolle gebouwen behouden moeten blijven -
bijzonder teleurstellend vooral omdat de architect de
aanwezige mogelijkheden niet beter heeft gebruikt;
waardevolle onderdelen zijn hierdoor verloren gegaan
waaronder de authentieke 'wachtzaal'.
De Oprechte Haarlemsche Courant meldt hierover in
haar aflevering van 30 juli 1894: 'Het lokaal maakt met
zijn veel licht en kleurenrijkheid een prettige indruk. De
tegeltjes waarmee de wanden zijn opgezet, vertonen de
Oranjeappel, de gekroonde W en den posthoorn'.
Dit alles is onder de slagen van de mokers voor altijd
verloren gegaan, ondanks het feit dat naast Monumen
tenzorg Haarlem ook de Rijksdienst voor de Monumen
tenzorg protesteerde; vergeefs!
Het blijkt ook hier dat niet iedere architect gevoel heeft
voor deze zaken, zoals dit jammer genoeg ook blijkt uit
de wijzigingen aan de entreepartij aan de voorgevel en
de vormgeving van de nieuwe achtergevel nabij de Prin
senhof.
Vanzelfsprekend is dit overzicht niet volledig, maar
geeft in grote lijnen een aantal van de belangrijkste
gebeurtenissen op het gebied van het restaureren in
Haarlem.
Beschermd Belangrijk genoeg om te vermelden is het feit dat de
Stadsgezicht procedure rond het beschermd stadsgezicht Haarlem
zover gevorderd is, dat inmiddels door G.S. van Noord-
Holland aan B& W verzocht is de zienswijze van de ge
meenteraad aan haar kenbaar te maken. Dit gebeurde
door middel van een brief van 10 augustus. Omdat de
daarvoor geldende termijn van 2 maanden veel te kort
bleek te zijn, is inmiddels G.S. verzocht de termijn te
willen verlengen tot 1 maart 1983.
126