het strafrecht louter een theoretische discussie was van enkele geleerden, of dat zij ook daadwerkelijk conse quenties had. De archiefbronnen Om een bijdrage te leveren aan een dergelijk onder zoek, heb ik een case-study gemaakt van één stad in Holland, en wel Haarlem, waarvan ik de criminele von nissen en verhoren van de 'grotere' criminele zaken heb bestudeerd van 1740, dus vóór de grote discussie over strafrechthervorming goed op gang was gekomen, tot 1795, het jaar van de Franse invasie. De bronnen die ik centraal heb gesteld in mijn onder zoek zijn de criminele rollen en de confessieboeken ('schoutsregisters') (4). In de criminele rol staat aan de rechterkant van de bladzijde de beschrijving van de misdaad en de eis van de schout (die meestal 'Hoofdof ficier' wordt genoemd). Aan de linkerkant omschrijven de schepenen (en soms ook burgemeesters) nog eens het misdrijf en doen vervolgens hun uitspraak. Het von nis werd gewezen door de schepenen (zeven in getal), al konden ook de (vier) burgemeesters er bij betrokken worden. De schout, die voor zes jaar aangesteld werd, trad bij rechtszaken op als aanklager en voorzitter. Hij was tevens belast met het opsporen en gevangen ne men van misdadigers. De confessieboeken bevatten een schat aan gegevens: naast de verhoren van de verdachten (waaruit allerlei persoonlijke gegevens bekend worden) staan er getui genverklaringen in opgetekend, alsmede mededelin gen over ontslagen uit het tuchthuis, afslag (strafver mindering) verleend aan tuchtelingen, verzoeken en toekenningen van het doen van een dagvaarding of inhechtenisneming, aantekeningen van ontvangen missiven van andere steden met het verzoek tot infor matie over tuchtelingen of informatie uit de criminele registers, verslagen van inbraken in huizen of tuinen etc. De vragenlijsten voor het verhoor van de verdachte werden van te voren opgesteld. Uit de antwoorden op deze vragen komen veel gegevens naar voren: leeftijd, geslacht, beroep etc. Op 1 november 1743 werd be paald, dat de gevangene in het vervolg z'n verhoor moest ondertekenen. Als de gevangene zijn naam niet kon schrijven, zette hij een kruisje. Dit biedt gegevens over alfabetisme. Ook de gegevens over de tortuur ko men in deze rollen naar voren. In de criminele rollen komen van 1740-1795 302 zaken voor. Daarnaast staan er in de confessieboeken nog 10

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1982 | | pagina 12