c\ Q/Myfih j&aaMJ'JSxp. eens 234 zaken, die niet in de criminele rol voorkomen. Dit brengt het totaal aantal zaken op 536 voor ongeveer een halve eeuw. Dit lijkt een niet erg groot aantal; het blijkt echter niet uitzonderlijk laag als we de cijfers vergelijken met bijvoorbeeld Leiden, dat van 1740-1795 508 zaken had (5). Leiden is qua inwonersaantal en economische ontwikkeling goed te vergelijken met Haarlem. Voor beide steden was de 18e eeuw een tijd van verval, niet alleen op economisch gebied (achteruit gang van de nijverheid), maar ook de bevolking liep terug. In 1748 telde Haarlem nog 26.800 inwoners (Lei den 35.000); in 1795 nog slechts 21.227 (Leiden 31.000). Ter vergelijking: Amsterdam telde in 1795 217.000 in woners en groeide nog (6). Het aantal rechtszaken dat we in het archief aantreffen, wordt sterk bepaald door factoren als het opsporings beleid van de schout en compositie afdoening van strafrechtelijke zaken buiten proces: de verdachte ont liep een strafvervolging door aan de schout een bepaal de som geld te betalen). Fluctuaties in aantallen mis drijven zeggen dan ook primair iets over het vervol gingsbeleid (7). Het werkelijke aantal misdrijven moet 11 'a// Zcr* ee/i X'AMKUS X.XnXj-4cyvr^y- XiA A. X) XX f 'XSJ1'! .ir^pe. Het schavot van het stadhuis. Op deze afbeelding is niet een persoon het slachtoffer, maar een voorwerp, namelijk een de overheid onwelgevallig geschrift, (foto: Gemeente-archief Haarlem)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1982 | | pagina 13