Schilderijen die tot de Haarlemse School uit de periode
1450-1530 stammen vormen slechts een zeer kleine
groep in de collectie van het Frans Halsmuseum. Ons
schilderij is een van de weinige, die een stukje van de
legpuzzel vormen waarmee de roem en het belang van
de Haarlemse School 1450-1530 kan worden gerecon
strueerd, zoals Carel van Mander die schetste in zijn
Schilderboek uit 1604. Opvallend in dit schilderij zijn de
architectuur en de elegante ornamenten die Italiaanse
Renaissance invloeden verraden. De schilder heeft de
ze elementen waarschijnlijk tijdens een verblijf in Ant
werpen opgedaan. De figuren hebben nog steeds de
middeleeuws aandoende hiëratische pose, die met hun
zwarte kledij en rijk versierde vergulde attributen sterk
afsteken tegen het stralende rode, kostbare brokaat
tussen de met groen en wit marmer beklede pijlers. Het
forse formaat (124 x 138 cm) maakt het schilderij tot een
monumentale aanwinst. Bovendien is een stuk kunst
bezit teruggekeerd naar Haarlem, de stad waar het is
ontstaan.
Noten (1) Reau, Miscellanea Leo van Puyvelde 1949, 111.
(2) cat. tent. Amsterdam, Rijksmuseum, 1958, p. 9293, no.
95, afb. 50.
Dom J. Hof O.S.B., 'de Abdij van Egmond en de Schilder
en Beeldhouwkunst in het begin der XVIe eeuw, Oud
Holland LXXIII, 1958. pp. 117-127, afb. 1.
(3) J. Bruyn, 'De abdij van Egmond als opdrachtgeefster
Kunstwerken in het begin van de zestiende eeuw'. Oud
Holland, LXXXI, 1966, p. 145-172; pp. 197-227, afb. 24,
25.
Warnaar Horstink
(1756-Haarlem-1815)
Portret van Maria
Verpoorten.
Paneel 36 x 24 cm.
Linksboven
gesigneerd en
gedateerd 1779.
Herkomst:
Kunsthandel C.P.A.
en G.R. Castend ijk,
Rotterdam.
Maria Verpoorten werd geboren 23 april 1756 en op 28
april gedoopt in de Grote Kerk te Haarlem. Zij was de
dochter van Pieter Verpoorten te Haarlem en Sara van
der Pek jongedochter van Haarlem. Pieter Verpoorten
en Sara van der Pek waren op 2 augustus 1750 te Haar
lem in het huwelijk getreden.
Op 20 september 1778 trouwde Maria Verpoorten, jon
gedochter van Haarlem op het Spaarne, met Cornelis
Pietersz. Dyserinck, jongeman van Middelburg, in de
Korte Veerstraat. Getuigen waren voor de bruid haar
vader en voor de bruidegom Goedschalk Kops. De brui
degom was doopsgezind. In het doopregister van de
Doopsgezinde Kerk zijn hun kinderen geregistreerd. Op
12 juni 1778 ontving Cornelis Dyserinck uit de erfenis
van zijn tante (Notaris Froichen 12, juni 1778, no. 150;
142