Drs. J.M. Poldermans
De activiteiten van de
stadsarcheoloog van
Haarlem in 1982
Stadskern-
archeologie
Haarlem
Onderzoek Kokstraat
A. De eigenlijke
opgraving
Archeologie en geschiedenis zijn niet precies hetzelfde.
Beide vakken zijn zeker nauw verwant. Zij onderzoeken
alle twee het menselijk verleden, maar de manier waar
op en de middelen waarmee zijn zeer verschillend. De
historicus werkt hoofdzakelijk met teksten en papier, de
archeoloog met bodemvondsten. Vele steden bezitten
een historisch archief van teksten; alle steden zijn een
archeologisch bodemarchief. Dat wil zeggen: deonder-
grond van elke stad bevat historische 'teksten' die al
leen met archeologische middelen - een opgraving bij
voorbeeld - 'gelezen' kunnen worden. Worden er geen
speciale maatregelen genomen, dan leidt iedere in
greep in de grond tot verlies van archeologische docu
menten.
Wil men het ontstaan en de ontwikkeling van de stad
leren kennen, dan zijn de archeologische bodemdocu
menten onmisbaar, omdat talloze facetten van het ste
delijk leven in de papieren nalatenschap van het verle
den geen weerslag gevonden hebben.
De Gemeentelijke Commissie Oudheidkundig Bodem
onderzoek Haarlem werd opgericht met het oogmerk
het archeologisch onderzoek op gang te krijgen. Naast
het stimuleren van de activiteiten van de leden van de
Archeologische Werkgemeenschap Nederland (AWN)
streeft zij er naar een stadsarcheoloog aangesteld te
krijgen, die in staat is een systematisch en continu on
derzoek op te zetten en dit te integreren in het ingewik
kelde bouwbeleid van de gemeente.
Sinds mei 1982 is een professionele archeoloog, drs.
J.M. Poldermans voor de periode van 1 jaar (via de
WVM-regeling) aangesteld.
Van zijn activiteiten in het jaar 1982 worden de twee
belangrijkste onderzoeken vermeld.
Nadat in het najaar van 1981 de AWN op het terrein
reeds een proefsleuf gegraven had werd het verdere
onderzoek overgelaten aan de stadsarcheoloog.
Het oudheidkundig bodemonderzoek had ten doel vast
te stellen wanneer er voor het eerst menselijke activitei
ten hebben plaatsgevonden en wat dat voor activiteiten
waren.
Het onderzoek kan in twee gedeelten gesplitst worden.
Aan de hand van de vondsten kunnen we de volgende
bewoningsgeschiedenis vermelden.
Kort na 1300 werden er op Bakenes, een moerassig
145