Straffen Om enig inzicht te verkrijgen in de strengheid van de straffen is het noodzakelijk de diverse straffen nader te omschrijven. In de meeste gevallen werd er een combi natie van straffen opgelegd, bv. geselen, werkhuis en verbanning. De mate van strengheid wordt voorname lijk bepaald door het al dan niet opleggen van lijfstraf fen; een lijfstraf werd als strenger gezien dan een ver banning of confinement (werkhuis). Nu is het in theorie mogelijk dat men als alternatief voor een zware lijfstraf een vrij lang confinement en verbanning met een lichte lijfstraf combineerde. In de bronnen blijkt hier echter geen bewijs voor te vinden: naarmate de lijfstraffen zwaarder zijn, worden de straffen die naast deze lijfstraf zijn opgelegd (werkhuis, verbanning) ook zwaarder. De strengheid van de overige straffen komt dus overeen met de strengheid van de lijfstraf. Dat betekent dus dat we het al dan niet opleggen van een (zware) lijfstraf als norm kunnen nemen voor de strengheid van de straffen. Onder de lijfstraffen bestonden er natuurlijk nog grada ties in zwaarte. De zwaarste straf die opgelegd kon worden, was de doodstraf. Het ter dood brengen kon op verschillende manieren geschieden. De meest 'eervolle wijze was door onthoofding. Verder kon de doodstraf ten uitvoer gebracht worden door ophangen of wurgen, verdrinken, verbranden en radbraken. In Haarlem werd er vijf maal een doodstraf uitgesproken in de periode van 1740-1795; in drie gevallen van diefstal met braak werden de delinquenten opgehangen; één maal was er sprake van onthoofding (doodslag) en één maal van radbraken (roofmoord). Het radbraken was een vrij zwa re vorm van ter dood brengen, die waarschijnlijk zijn oorsprong in de Middeleeuwen vond: de misdadiger werd toen dwars op een weg met diepe wagensporen gelegd, waarop een zwaar beladen wagen over hem heen reed. In de 18e eeuw werd de veroordeelde op een horizontaal rad gebonden, waarna de scherprechter met een ijzeren staaf zijn botten verbrijzelde. Meestal gaf de beul acht tot negen slagen, waarvan de laatste, de 'coup de grace', op het hart. Andere zware lijfstraffen zijn verminkende straffen als hand (of duim) afhakken, oor afsnijden, ogen uitsteken, snede in de wang geven etc. In de door mij onderzochte periode komen deze straffen geen van alle voor. Een zware lijfstraf die wel voorkwam, is brandmerken. In totaal werd deze straf vijftien keer opgelegd in Haarlem, altijd in combinatie met geselen en een verbanning en/ of confinement. Een veroordeling tot brandmerken be- 13

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1982 | | pagina 15