176
Verkiezingen De Haarlemse bevolking werd in 1982 drie keer opgeroepen
naar de stembus te gaan. In maart voor de provinciale staten,
in juni voor de gemeenteraad en in september nog eens voor
de Tweede Kamer. De opkomst had er kennelijk onder te
lijden: percentages van respectievelijk 66, 61 en 78. Cijfers die
voor de opkomst in geheel Nederland overigens niet negatief
afstaken. De op het centraal stembureau aan de Gedempte
Oude Gracht verzamelde politici waren bij de uitslagen van de
verkiezingen voor de provinciale staten en de Tweede Kamer
natuurlijk vooral geïnteresseerd in de guasi-zetelverdeling
voor de Haarlemse gemeenteraad. Bij de statenverkiezingen
bleek al de aankomende winst voor de VVD en het verlies voor
D'66. Ook de Partij van de Arbeid leek in maart een deel van
haar aanhang te hebben verloren. De VVD zou de grootste
partij worden in Haarlem.
De gemeenteraadsverkiezingen in juni gaven aan dat toch de
PvdA de grootste partij zou blijven de komende vier jaar, zij het
met verlies van 1 zetel (van 13 naar 12). De VVD boekte de
verwachte forse winst en kwam van 7 op 11 zetels. De al bij de
statenverkiezingen zichtbare teruggang van het CDA kwam in
Haarlem flink aan: van 13 naar 10 zetels. D'66 moest 1 zetel
inleveren (3 naar 2), de CPN handhaafde zich op 1 zetel. De
combinatie PSP/PPR was voor de verkiezingen opgeheven en
beide partijen deden afzonderlijk mee aan de verkiezingen.
Het resulteerde in 2 zetels voor de PSP en 1 zetel voorde PPR.
Belangrijk voor de Haarlemse politiek waren de op de verkie
zingen volgende collegeonderhandelingen. In de zomer
maanden kwamen de partijen vele keren bijelkaar om een
programma voor de komende vier jaar vast te stellen. Uitein
delijk ondertekenden PvdA, VVD en CDA het collegeprogram
ma. D'66 en CPN namen wel deel aan de onderhandelingen,
maar haakten op het laatst af. Het CDA kwam na twee jaar
afwezigheid weer terug in het college met twee wethouders.
PvdA en VVD waren met ieder twee zetels de overige partners
in het college.
Geen toekomst was weggelegd voor enkele splinterpartijtjes.
De Vrije Partij, de Socialistische Partij, de P.O.P.-partij, de
P.M.U. en de Lege Stoel deden weliswaar mee aan de verkie
zingen en lieten zich in de voorafgaande verkiezingsstrijd ook
duidelijk horen, maar behaalden geen stemmenaantallen van
betekenis. RPF, GPV en SGP werkten eendrachtig samen. Net
als voorgaande keren kwamen zij voor een zetel net iets te kort.
Hoewel moeilijk vergelijkbaar met gemeenteraadsverkiezin
gen, brachten de verkiezingen voor de Tweede Kamer - ver
taald naar de Haarlemse gemeenteraad - geen uitslagen met