leeftijd van de delinquenten. Het ging hier om jongens
van onder de vijftien jaar, die een aantal diefstallen
hadden gepleegd. Soms ging het om hele bendes: in
1785 werd er bijv. een groep van twintig jongens opge
pakt die verschillende diefstallen in huizen en winkels
hadden gepleegd. In totaal komen er 31 veroordelingen
voor, waarbij in 14 gevallen in het vonnis bepaald werd
dat de delinquenten alleen de tenuitvoerlegging van de
straf van de anderen moesten aanschouwen. De 14 kin
deren die deze straf opgelegd kregen, waren meestal
niet ouder dan tien jaar.
In totaal ben ik in de criminele rol 52 keer een veroorde
ling tot geselen tegengekomen, waarvan 15 keer in
combinatie met brandmerken. In 10 van deze 15 geval
len gebeurde het geselen en brandmerken terwijl de
veroordeelde onder de galg stond met de strop om zijn
nek. Dit hield een waarschuwing in, namelijk dat de
misdadiger nog maar net aan de dood ontsnapt was.
Deze straf werd gezien als de straf die het dichtst bij de
doodstraf stond.
In het vonnis staat overigens nooit aangegeven tot hoe
veel slagen de delinquent veroordeeld werd. Het aantal
slagen werd op de terechtzitting zelf bepaald, en wel
door de schout. De geseling geschiedde op de blote rug
met een bundel roeden. Hoeveel slagen de scherprech
ter in de verschillende gevallen toediende, is niet be
kend.
Een ander type straf dat met de lijfstraffen gemeen had
dat zij openbaar voltrokken werd, was het te pronk stel
len. Het te pronk stellen kon als alternatief gebeuren
voor een lijfstraf: in dit geval stond de veroordeelde op
het schavot met bijv. roeden om een stok of een strop
om zijn hals als symbool voor de lijfstraf. Een ander
soort van te pronk stellen was dat de veroordeelde met
een voorwerp of een briefje dat naar zijn misdaad ver
wees op het schavot moest staan. Beide soorten kwa
men in Haarlem voor, ook in combinatie met elkaar. In
totaal komt de straf van het te pronk stellen slechts
zeven maal voor.
Naast bovenomschreven schavotstraffen bestonden er
nog andere straffen als confinement (gevangenisstraf),
verbanning en een boete. Vooral de eerste twee straffen
werden veelvuldig opgelegd (een boete slechts 17 maal,
variërend van 25,— tot 1000,—). Er werd 117 maal een
confinement opgelegd als straf, al of niet in combinatie
met een andere straf.
15