prompt in't geweer, als anderen teveel hun stokpaardje
bereden. En op 't Haagse front leverde hij een voortdu
rend gevecht voor de Haarlemse financiën. Geïnspi
reerd door bezoeken aan gerontologische congressen
in Londen en Merano, vonden tal van initiatieven op 't
gebied van de bejaardenzorg, zoals de bouw van drie
verpleegtehuizen, in hem een hartelijk pleitbezorger.
Ook stimuleerde hij, na een enquête, de verstrekking
van warme maaltijden aan bejaarde stadgenoten. In
overleg met de vakbonden werd het sociaal voorzie
ningsfonds voor gemeentepersoneel opgericht.
Zijn 70e verjaardag werd extra feestelijk door zijn be
noeming tot officier in de Orde van Oranje-Nassau. Het
politieke leven is een hard bedrijf, zei hij wel eens. Maar
hij heeft er niet onder geleden. Daarin en daarnaast kon
je immers zo veel doen. Want wat is er mooier dan, zoals
hij het zelf uitdrukte: 'wat voor de mensen te doen'. Dan
zag je hem erbij denken: 'je bent toch je Schepper
verantwoording verschuldigd?' Maar daar liep hij nooit
zo erg mee te koop.
Op 4 augustus 1982 eindigde zijn werkzaam, vruchtbaar
leven. Haarlem heeft op allerlei gebied heel veel aan
hem te danken.
G.J. Beekhuis