uit het hart gegrepen. Hij heeft het ze laten doen door
hun te leren, hoe ze de K.A.J.-methode van 'zien, oorde
len, handelen' in praktijk konden brengen. Hij bezat een
feilloze gave om mensen in te schatten op hun kwalitei
ten en mogelijkheden. Daarmee heeft hij velen verder
gebracht dan zij ooit hadden gedacht te zullen komen.
Vele jongeren uit de Kajottersbeweging zijn later een
leidende rol gaan spelen in kerk en maatschappij. Na
zich veertien jaar met hart en ziel voor de werkende
jongeren te hebben ingezet, werd hij in 1963 door mgr.
Van Dodewaard, toentertijd zijn bisschop, benoemd tot
pastoor en deken in Den Helder. Vanwege zijn verdien
sten 'bij het leiding geven aan de totale vorming en
scholing van de Katholieke Arbeidersjeugd in binnen-
en buitenland en in het bijzonder voor de vorming van
leiders en leidsters in het jeugdwerk' werd hij op 29 april
1964 benoemd tot officier in de Orde van Oranje-Nas-
sau.
Na vijf jaar Den Helder riep bisschop Zwartkruis hem in
1968 naar Haarlem om de leiding op zich te nemen van
de parochie van de Kathedrale Basiliek Sint Bavo. Wars
van titels als hij was, wenste hij niet met 'plebaan' maar
met 'pastoor' te worden aangesproken. In de tien jaar,
dat hij hier pastoor was, wist hij van de Bavoparochie
een levende geloofsgemeenschap te maken. Het 'ze
moeten het zelf doen' van Cardijn was ook hier weer het
uitgangspunt van zijn pastorale aanpak. De eerste be
leidsnota van het bisdom Haarlem: 'De Kerk: dat zijn wij
samen', die in 1974 verscheen, lag geheel in die lijn.
Toen hij inaugustus 1978 met emeritaat ging, liethijeen
parochie achter, waarin ruim 600 jongeren en ouderen
in tal van werkgroepen en andere verbanden betrokken
waren bij het kerkgebeuren. Bisschop Zwartkruis ty
peerde hem in zijn brief aan alle medewerk(st)ers in het
pastoraat van het bisdom: 'Pastoor Huijboom was een
enthousiaste, aanstekelijke man, die mensen bij elkaar
bracht en bij elkaar wist te houden.'
Ook de kathedraal zelf droeg hij een warm hart toe. Hij
beijverde zich voor de schoonheid van de liturgische
vieringen. Voor het onderhoud en de restauratie van het
kerkgebouw richtte hij in 1970 de Stichting Kathedrale
Basiliek Sint Bavo op, die ook tot taak heeft te bevorde
ren, dat de kathedraal bijdraagt tot het culturele leven in
Haarlem. Een waardevolle bijdrage daartoe was de in
richting in 1973 van de voormalige bisschoppelijke sa
cristie tot schatkamer met o.m. een fraaie collectie ker-