li Een confinement bestond in de regel uit een aantal jaren tuchthuis. Het tuchthuis was na zijn oprichting in 1609 steeds meer een soort strafgevangenis annex werkfabriek geworden (11). De mannen moesten het harde brazielhout raspen dat grondstoffen voor de verf industrie leverde of gingen naar de weefkamer; de vrou wen werden aan het spinnewiel gezet (vandaar ook de namen 'rasphuis' en 'spinhuis' voor het tuchthuis). Een andere vorm van confinement was de water- en brood kelder. Dit was een zeer milde straf, voornamelijk door de duur ervan: in de gevallen in Haarlem varieerde deze van 24 uur tot 14 dagen. t'l De verbanning werd 187 maal als straf opgelegd, waar van 46 maal bij verstek. In deze verbanningen bij verstek waren de verdachten gevlucht en werden zij veroor deeld voor het negeren van een rechterlijk gebod (na melijk om voor het gerecht te verschijnen). De veroor deelden konden verbannen worden uit de stad en de stadsvrijheid of uit heel Holland en West-Friesland. Na het uitzetten uit de stad was de controle op deze straf echter zeer moeilijk (12). Bovendien loste verbanning de problemen natuurlijk niet op, maar verplaatste ze slechts. Misdrijven Voor het beoordelen van het strafbeleid is het noodza kelijk eerst de verschillende misdrijven in categorieën in te delen. Een probleem hierbij is, dat er in een aantal gevallen sprake was van een combinatie van misdrijven, bijv. diefstal en ontucht. Soms brengt het vonnis zelf uitkomst bij de indeling, als er gespecificeerd werd wel ke straf er voor de afzonderlijke misdrijven gegeven 16 Het Aalmoezeniershuis in de Tuchthuisstraat. Sinds 1786 diende het uitsluitend als Tucht- en Werkhuis. Op dit detail van de kaart van Romeyn de Hooghe nr. 18. (foto: Gemeente-archief Haarlem) A 4 l .J .j j i i ÏLTeJt K, V i k k 1i v a

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1982 | | pagina 18