men der jaren ook sterker naar voren kwamen en welke hij - had hij langer mogen blijven leven - stellig nog verder benut zou hebben (hij zag wat dat betreft met enig verlangen naar zijn pensionering uit). Daar stond tegenover dat hij ook met tegenstrijdigheden in zich zelf te worstelen had, die waarschijnlijk ook de oorzaak zijn geweest voor de meer marginale weg die hij, ook in zijn eigen ogen, gegaan is. Zijn verknochtheid aan Haarlem was aanvankelijk een meer beperkt persoonlijke: het was de stad die de-van oorsprong niet Franse maar Duitse, via België naar Ne derland gekomen - familie Ruppert, later geheten Ro bert, groot had gemaakt. Zijn grootvader Willem (over leden in 1914), de ooms Willem jr. en Louis en vader George Robert waren violisten of organisten van naam en allen dirigent van in den lande beroemde koren. Zijn leven lang heeft Peter genealogische nasporingen ge daan op zoek naar de oorsprong van de in drie gene raties geconcentreerde muzikaliteit van deze Haarlem se familie - een soort romantische queeste, die hij met doortastendheid en veel smaak voor het detectivewerk heeft volgehouden, zonder overigens deze interessante heriditeitsvraag te kunnen oplossen. Maar daarnaast zag hij in dat die genealogische belangstelling alleen voor het eigen geslacht te beperkt van horizon was. Daarom ging hij zich al spoedig richten op de oor sprong van het gehele verschijnsel van zijn vaderstad Haarlem: de geschiedenis, de architectuur, de karto- grafie en vooral ook het brede, aan specialismen rijke veld van de middeleeuwse geschiedenis en archeolo gie. En tenslotte niet alleen van Haarlem, maar ook van andere Nederlandse en Europese steden die hij leerde kennen. Maar altijd de stad: wat daarbuiten lag had voor hem duidelijk minder allure, metéén opvallende uitzon dering: de Haarlemmer Hout! - hoewel ook dit eigenlijk een typisch stedelijk landschap is. Als oudste van drie kinderen werd hij op 1 april 1925 geboren uit het huwelijk van George Robert en Anna Fleumer. Zijn vader - in het Jaarboek van 1971 herdacht - had naast zijn functie als organist van de Grote Kerk nog vele neven-banen en was daardoor zelden 's avonds thuis. Moeder Robert (die in 1939 jong stierf) volgde haar man trouw naar alle concerten. Het oudste kind heeft zich om de wille van de muziek vaak alleen gelaten gevoeld en vervolgens beseft tot wat voor tekor ten de muziek óók leiden kan. Hoewel ontegenzeggelijk zelf ook zeer muzikaal, distantieerde hij zich later graag

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1982 | | pagina 196