met enige spot van het klassieke musiceren van zijn familie en verkende liever de inventies van de moderne muziek of jazz zonder echter zelf een instrument te bespelen. Opmerkelijk is dat vader George pas op zijn 25e tot de muziek als beroepskeuze gekomen was. Daarvoor had hij een opleiding als tekenleraar gehad. Nog meer dan de muzikaliteit was dit tekentalent op Peter overge gaan: het zou van pas zijn gekomen als hij zijn eerste beroepskeuze, de bouwkunde, had gevolgd. Geduren de de oorlog, in de laatste fase van zijn onderduiktijd (aanvankelijk in Friesland) had hij zich maandenlang achter zijn vaders orgel in de Grote Kerk schuil kunnen houden; in de nachtelijke uren exploreerde hij er met een knijpkat de kerk tot in zijn uiterste hoeken onder de kap: zo was niet alleen zijn grote kennis van dit monu ment, maar ook zijn wens om zelf schepper van ruimte lijke constructies te worden, ontstaan. En in dat centra le, dominante gebouw is toen ook zeker de kiem gelegd voor zijn liefde voor het stedelijk monument in zijn ge heel. Doordat hij niet het goede examen voor Delft had (Gymnasium a), maar vooral onder aandrang van zijn vader die hiervan maatschappelijke status voor de ar tiestenfamilie verwachtte, heeft hij na de oorlog voor de rechtenstudie geopteerd, die hij in Amsterdam, overi gens met weinig enthousiasme, volbracht. Als student bleef hij een betrekkelijk eenzelvige non-conformist, een dromer die weinig aansluiting bij zijn medestuden ten in het corps of daarbuiten vond. Er zijn mij geen blijken bekend van maatschappelijke bewustwording uit die tijd. Doordat hij met de studie niet snel genoeg opschoot en in 1949 nog voor zijn afstuderen trouwde met Melisande Kramer, dochter van de bekende Am sterdamse School architect Piet Kramer, werd hij ge noopt een baantje te zoeken, dat hij vond eerst bij de gemeentesecretarie te Haarlem (1947-48) en, na zijn militaire dienst bij de Limburgse Jagers (1948-50), bij de Amsterdamse gemeentepolitie (1950-55). Uit dit laatste en uit de animo waarmee hij bij het garderegiment als officier diende zou een behoefte aan gareel kunnen blijken die niet ongewoon is bij hen die nogal sterk door dromen bevlogen aan het leven beginnen. Tijdens zijn gymnasiumtijd was zijn hobby het hoge school rijden in de manege geweest. Zijn genealogische activiteiten waren inmiddels aange- 195

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1982 | | pagina 197