de Grote Kerk wegens bezuinigingen geen archeolo gisch onderzoek kon voorafgaan, waardoor voor hem aan de gehele restauratie de soliede basis ontnomen was. Zeer fel werd tenslotte zijn kritiek toen het hem duidelijk werd dat aan deze zo belangrijke kerkrestau ratie begonnen was zonder dat daarvoor een goed voor bereid werkplan op tafel lag en dat de verantwoordelijke instanties zich blameerden door te dilettantisch te werk te gaan. Hier blijkt eens te meer hoe deze Robert, voort gekomen uit hardwerkende muzikale ambachtslieden, het ambacht en de deskundigheid hoog in het vaandel geschreven had. In de voor hem zeer emotionele strijd voor deze zaken werd hij getroffen door de ernstige ziekte die hem, na nog een intermezzo van hoop, ten grave zou brengen. Met zorg zagen zij die hem het naast stonden hoe hij plotseling snel verouderde. Een opdracht van een Amsterdamse uitgever om een boek over de Grote Kerk te Haarlem te schrijven heeft hem nog korte tijd vreugde kunnen geven. Daarnaast hield hij zich tot kort voor zijn overlijden bezig met een reeds enkele jaren geleden begonnen onderzoek naar de oorsprong van de Tristan-legende, waarvoor hij uit Schotse geleerdenkringen nog waardering oogstte. Zo zullen wij ons Peter Robert blijven herinneren als een man in wie klaarblijkelijk het vuur brandde van een visio naire kunstenaar, zonder zelf scheppend te zijn. Daar voor in de plaats werd hij romantisch gedreven tot nuchter en rationeel uitgevoerde speurtochten naar oorsprongen, naar het raadsel van ieder begin: van de muzikaliteit van zijn familie, van zijn oorlogswoonhuis de Grote Kerk, van zijn geboortestad en tenslotte van een symbool van de liefde: Tristan. Dat een man met vuur en dromen soms in conflicten geraakte, zowel met zichzelf als met anderen, zullen die anderen hem wel vergeven hebben. Het zelf is het onoverkomelijk obsta kel. Voor die anderen is het immers zoals voor iedereen van uitzonderlijk belang dat felle karakters als Peter Robert in de stad Haarlem werkzaam zijn. Helaas is het in zijn geval te kort geweest. H.H. van Regteren Altena 197

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1982 | | pagina 199