werd. Bij een aantal andere gevallen maakte het weinig
uit in welke categorie ze ingedeeld worden, aangezien
de verdachten hier bij verstek veroordeeld werden om
dat ze gevlucht waren en dus een straf opgelegd kregen
voor het negeren van een rechterlijk gebod. Slechts in
vijf gevallen was het moeilijk te beslissen in welke cate
gorie een combinatie van misdrijven ondergebracht
moest worden; hierbij is de keuze dus min of meer
arbitrair.
De indeling van de diverse misdrijven die ik hanteer,
gaat uit van tien categorieën: levensdelicten; gewelds
delicten; ordedelicten; zedendelicten; vermogensde
licten; bedelarij en landloperij; politieke delicten; delic
ten tegen de overheid, politie, justitie en openbare
trouw; diversen; onbekend.
Levensdelicten. Men maakte in de 18e eeuw reeds on
derscheid tussen 'moord' en 'doodslag'. Er komt
slechts één geval van moord voor en wel in 1758. De
straf die opgelegd wordt, is de doodstraf d.m.v. radbra
ken. Doodslag kwam zeven maal voor in Haarlem;
slechts in één geval (1781) wordt er een doodstraf (ont
hoofden) uitgesproken. Het aantal gevallen is te gering
om conclusies te kunnen trekken over verschuivingen
in de manier van bestraffen in de loop van de 18e eeuw.
In ieder geval blijkt er weinig van een trend naar lichtere
straffen in de loop van de onderzochte periode. Verder
komen er in de categorie 'levensdelicten' nog drie ge
vallen voor van 'kindermoord', of beter 'dood door ver
onachtzaming c.q. verwaarlozing'. In twee gevallen
hiervan wordt er een lijfstraf werkhuis en verban
ning) opgelegd. Tenslotte kwam er nog één geval van
zelfmoord voor in 1768, van een man die in de gevange
nis zat op verdenking van diefstal met braak en zichzelf
daar van het leven benam. Als straf werd zijn stoffelijk
overschot aan de benen opgehangen op het galgeveld.
Geweldsdelicten. Het totaal aantal misdrijven in deze
categorie is 39, ofwel 13% van de zaken die in de crimi
nele rol voorkomen. In de meeste gevallen betrof het
ruzies die in herbergen of kroegen ontstonden en met
een mes werden uitgevochten (kennelijk had men nogal
vaak een mes op zak). Verdachten probeerden zich nog
wel eens te verschonen door aan te voeren dat ze zich
niets meer kunnen herinneren van het voorgevallene,
aangezien zij 'gruwelijk beschonken' waren.
Het toebrengen van lichamelijk letsel werd niet erg
streng bestraft. Slechts in twee gevallen werd er een
lijfstraf opgelegd. Opvallend is wel dat er na 1788 nog
17