Cornelis Lijnzaad
geboren 11 juli 1902
overleden 17 maart 1982
Kees Lijnzaad is voor velen de personificatie van de
Stichting Diogenes Haarlem geweest en zal dat ook
blijven na zijn overlijden.
Vrij kort na de oprichting van de stichting in 1969 heeft
hij het voorzitterschap op zich genomen. Met de enor
me inzet van zijn krachtige persoonlijkheid heeft hij de
restauratie van oude panden ter hand genomen. De
bekroning op zijn werk was de restauratie van de prove
niershuisjes aan het Groot Heiligland en Gedempte Ou
de Gracht nr. 60, welk project in 1974/75 kon worden
verwezenlijkt. Terecht is het poortje bij de Frans Hals
huisjes naar hem vernoemd. Daarna is zijn gezondheid,
die reeds jaren slecht was, zodanig achteruit gegaan,
dat hij de leiding aan anderen heeft moeten afstaan. Hij
werd - uiteraard - tot ere-voorzitter van het bestuur van
Diogenes gekozen.
Wie was deze markante figuur, aan wie Haarlem zo veel
te danken heeft? Een man met een ongewone carrière,
die vele functies heeft veroverd en met verve bekleed.
Begonnen is hij als jongste bediende op diverse kanto
ren. In de avonduren studeerde hij om verder te komen
in de maatschappij. Van 1924 tot 1945 is hij werkzaam
geweest in het onderwijs, aanvankelijk als gewoon on
derwijzer en later als hoofd van diverse scholen in Zaan
dijk, Den Haag en tenslotte in IJmuiden. In het verzet is
hij zeer actief geweest. Na de oorlog is hij daarom lid
geweest van het Hoofdbestuur van de Stichting 1940/
45. Van 1946 tot 1948 was hij werkzaam bij de Culturele
Dienst van het Ministerie van Wederopbouw en Volks
huisvesting. In 1948 is hij directeur van de Stichting
Zeeland voor Maatschappelijk en Cultureel Werk ge
worden. Uit die tijd dateert zijn samenwerking met de
Vlaamse provincies, waarvoor hij een hoge Belgische
onderscheiding mocht ontvangen. Vanaf 1953 tot zijn
pensionering bekleedde hij de functie van directeur van
de Stichting Noord-Holland voor Maatschappelijk
Werk. Daarnaast heeft hij als actief bestuurder geduren
de zijn werkzaam leven tal van lidmaatschappen be
kleed van besturen en commissies op kerkelijk terrein -
hij was lid van de Nederlands Hervormde Kerk - en op
sociaal-cultureel gebied. Te veel om op te noemen.
Een man met zoveel energie en deskundigheid op be
stuurlijk niveau was de aangewezen man om leiding te
geven aan de Stichting Diogenes, die op ongebaand
terrein moest pionieren. Van zijn contacten met vele
overheidsfunctionarissen kon hij een dankbaar gebruik
maken.
199