drie nog minderjarige kinderen, medeleyden te hebben' Dit beroep op de humaniteit van de rechters was niet vergeefs. De schepenen (en de burgemeesters) toon den gevoelig te zijn voor de gevolgen van een gewone procedure en een zware straf voor de delinquenten en besloten hun een milde straf op te leggen met de nadruk op de zedelijke verbetering van de delinquenten. Deze straffen ademen de geest van de Verlichting, zeker ver geleken met de lijfstraffen, verbanningen etc. die bij de gewone procedures werden opgelegd. Ordedelicten. In deze categorie vallen misdrijven als ruzie, straatschenderij, huisvredebreuk en ordeversto ring. In deze categorie komen niet veel zaken voor: in totaal slechts 15, ofwel 5% van de criminele rol. Het lijkt zeer aannemelijk dat er juist in deze categorie veel meer gevallen moeten zijn geweest: kennelijk ging men niet zo snel tot een strafvervolging over. Of hieruit volgt dat degenen die wel berecht worden, het dan wel zeer bont zullen hebben gemaakt, is niet te controleren. Wel staat er bijvoorbeeld in het vonnis van Claas Barnaar van 1752 vermeld dat hij een 'quaadaardige moeytemaker en questiezoeker' is. Hij had het jaar daarvoor dan ook vast gezeten voor mishandeling, maar was toen nog onder handtasting ontslagen. Bij andere veroordeelden staat echter niet vermeld of zij recidivisten waren. Recidivisme - herhaling van een misdrijf - kon een factor zijn die de aard van de opgelegde straf mee be paalde. In veel gevallen wordt er in het vonnis echter niet vermeld of er sprake was van recidivisme: in de meeste categorieën van misdrijven is het niet mogelijk de rol van het recidivisme in het bepalen van de inhoud van een vonnis vast te stellen, met uitzondering van de categorie vermogensdelicten en daarvan alleen nog bij de gewone diefstallen (hierop zal ik in het onderstaande nog terugkomen). Uit de vonnissen van de criminele rol blijkt wel dat men de ordedelicten niet zeer hoog opneemt; de straffen zijn niet bijzonder streng. Als er een confinement of een verbanning wordt opgelegd, zijn deze meestal niet lang. Er wordt slechts één maal een lijfstraf (geselen) opge legd in deze categorie. Zedendelicten. Het totaal aantal zedendelicten dat we in de criminele rol aantreffen, bedraagt 57, ofwel 19%. Veruit de meeste zaken (37) hiervan bestaan uit over spel. Het opsporen van deze zaken was niet sterk afhan kelijk van de activiteit van de schout, het vervolgen 19

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1982 | | pagina 21