Bruijn, Heshuysen, Van Valkenburg, Steenis, Hogen-
dorp, Camerling, Schepenen.
Marijtje de Jong te regt gesteld.
Eisch: geeseling, brandmerk, bannissement of confi
nement, den heer Hoofdofficier afgegaan zijnde in deli-
beratis.
De Bruin: vindt de zaak vol speculatien aan de eene kant
het crimen zwaar, aan de andere zijde, de gevangene
onnozel en gedwongen: heeft gesprooken met advo-
caaten Ellinkhuysen en Van Zanen beroemde luiden
voor al in criminalibus; waren met hen van begrip dat
een straf moest gevonden worden, die uiterlijk een straf
scheen, maar inderdaad geen straf was, e.g. een confi
nement voor eenige jaaren, waar door zij een goede
opvoeding zoude krijgen en van armoede bevrijd zijn:
Ellinkhuysen was voor bannissement, doch hij niet, ver
mits de onnozelheid van 't meisje: dierhalven van senti
ment 6 of 8 jaaren te confineeren etc. reserveert aan
zich de faculteit om van sentiment te veranderen.
Heshuysen: met De Bruijn, maar 't confinement voor 15
jaaren, zo er geen heeren voor een eeuwig confinement
zijn.
Van Valkenburg: 't crimen van bloedschande is bij voor
zittende Heeren ondersteld begaan te zijn, zo ook bij
hem: want de ligte omstandigheid wegens het niet be
vestigen is in cas subject mits onkunde en onnozelheid
van geen gewigt. Goddelijke wetten vorderen hier de
dood, maar deze straf mits de onnozelheid van 't meisje,
welke niet voor komt capax doli te zijn, moet worden
gemitigeerd. En alzo de einden van de straffen tweder-
leij zijn en hun relatie hebben deels tot de subjecten,
deels tot de gemeente; tot de subjecten om die te corri
geren, tot de gemeente met die te waarschouwen, en
met die te ontlasten van booze menschen behoorde hier
de civiele dood plaats te hebben namentlijk eeuwige
gevankenis; waardoor de delinquente schuldig aan zo
verfoeylijke misdaad het commercium hominum wordt
onttrokken: welke straf te meer applicabel voorkomt,
om dat zo het confinement voor zekere tijd genomen
wordt, het eene absurditeit en groote incongruïteit zou
de zijn dat zodanig persoon in de zamenleving wierde
geduld; en evenwel het bannissement ook vol specula
tie zoude zijn, zo om de onnozelheid van 't subject, als
omdat hetzelve niet verder als de jurisdictie van de stad
zoude konnen worden geëxtendeerd.
Steenis: met Valkenburg.
Hogendorp: met Valkenburg.