of zij strenger bestraft werden dan andere delinquen ten. Dit kan niet gezegd worden van een andere minder heidsgroep, de zigeuners (24). In 1695 was er in Holland een plakkaat tegen hen uitgevaardigd, dat hen op voor hand al verbande uit deze provincie. Zo werden zigeu ners direct tot een criminele groep gemaakt; als ze alleen maar aanwezig waren, konden ze opgepakt en gegeseld worden, of op de pijnbank gelegd als men hen verdacht van misdrijven. Als ze opnieuw gepakt werden, volgde dan tevens brandmerken en de derde keer de doodstraf. Het is niet bekend of dit plakkaat ook letter lijk werd uitgevoerd: in Haarlem zijn er in de periode 1740-1795 slechts twee gevallen, waarin expliciet ver meld wordt dat het om zigeuners gaat. Het betreft hier twee vrouwen die in 1787 bij het geld- wisselen bedrog plegen, door geld tussen hun vingers te verbergen. Zij worden tevens beschuldigd van diver se diefstallen en misdrijven als 'schatgraven' en het verkopen van 'verhittende kruiden' voor een ziek kindje, dat naderhand is overleden. Zij krijgen een zeer zware straf opgelegd, namelijk geselen en brandmerken, 30 jaarwerkhuisen een eeuwige verbanning. In hunvonnis staat letterlijk dat zij behoren 'tot een zekere bende of zoort van Volk, bekend onder de naem van Zwarten of Rommelscheelen in Duitsland en elders Heydenen en ook Egyptenaren genaamt, en dat zij onder eikanderen een onbekende taal spreken' (25). Verder wordt er nog vermeld dat zij 'goddeloos gespuis' zijn (26). Hier staat nog eens met zoveel woorden datgene vermeld, waar van ook het plakkaat van 1695 melding maakt, namelijk dat zigeuners, onafhankelijk van hun gedrag, crimine len zijn. Bedelarij, landloperij. Er komen slechts tien gevallen van bedelen en landlopen voor in de criminele rol; de opgelegde straf was doorgaans een verbanning. Er moeten veel meer gevallen zijn geweest, maar deze zijn niet in de criminele rol verschenen. In een resolutie van de schepenen van 15 september 1784 wordt bepaald dat alle bedelaars die meermalen in de water- en broodkel der hebben gezeten, zes maanden in het werkhuis moe ten worden geplaatst (27). In de criminele rol staat geen enkele veroordeling tot zes maanden werkhuis of tot de water- en broodkelder. Kennelijk werden alle zaken bui ten het gerecht om afgedaan: het betrof hier misschien te veel zaken om te berechten, die men bovendien niet als belangrijk genoeg zag. Bij alle zaken die wel in de 27

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1982 | | pagina 29