het scherper examen. Wat moeilijker vast te stellen is, is of er vaak gedreigd werd met de pijnbank. Dit hoeft namelijk niet altijd opgetekend te zijn, in tegenstelling tot het werkelijke pijnigen. In enkele verhoren zijn wel bedekte bedreigingen met de pijnbank te vinden, bij voorbeeld in 1763: 'of de gevangene niet begrijpt dat als hij langer blijft ontkennen er dan wel middelen voor handen zijn om hem dit te doen bekennen' (29). Van de vijf gevallen dat de tortuur daadwerkelijk werd toegepast, betroffen er vier diefstal met braak en één doodslag. In vier van deze gevallen werd er een dood straf uitgesproken; in Haarlem was men van mening dat 'alleen in capitale en swaare misdaden scherper exa men' is toegestaan (30). Om het gebruik van de tortuur in het juiste perspectief te zien, moet er dus ook onder zocht worden in welke 'capitale en swaare' misdaden geen tortuur werd gebruikt. Er zijn een aantal zaken waarin men geen tortuur gebruikte omdat de verdachte vrij snel bekende of praktisch op heterdaad betrapt werd. Interessanter zijn de gevallen waarin de verdach te ontkende, maar men toch niet tot een scherper exa men overging. Dit was onder andere het geval bij een zaak van doodslag in 1759, sodomie in 1752, heling in 1773 en verwonding van een gerechtsdienaar in 1767. Kennelijk wenste men niet zo snel het middel van de tortuur in te schakelen. Zoals gezegd werd er in 1781 nog gebruik gemaakt van de tortuur, en daarna niet meer. Na dit jaar waren er echter nog wel gevallen waarin het gebruikt had kunnen worden, bijvoorbeeld in 1787 bij de zaak van de zigeu ners, die aanvankelijk alles hardnekkig ontkenden om vervolgens zeer langzaam stukje bij beetje toe te geven. In hun vonnis staat dat zij zeer lang gevangen hebben gezeten, vanwege hun 'gestadig liegen'. De schepenen schromen niet om hen een zeer zware straf opteleggen, maar zien wel telkens af van het gebruik van het scher per examen. In deze tijd wenst men kennelijk geen ge bruik meer te maken van dit middel, anders zou het in deze zaak toch wel toegepast zijn: het gaat om zigeu ners die men zo op de pijnbank mocht leggen; zij ver zwegen namen van medeplichtigen; zij worden ver dacht van vele misdaden (één van hen werd zelfs ge vraagd naar diefstal met braak, wat zij ontkende). Al met al kan gezegd worden dat het beleid in Haarlem inzake het gebruik van de tortuur vrij humaan was. Er werd slechts vijf maal van dit middel gebruik gemaakt,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1982 | | pagina 32