ander brengt een concentratie van gerechten teweeg
die zal kunnen passen in een in die richting tenderende
ontwikkeling van organisatorische combinatie en inte
gratie van nu nog gescheiden gerechten.
Wij zien de staatssecretaris op die zestiende december
1980 zich onvervaard hullen in een hagelwitte jas. Zij
plant een eveneens hagelwitte veiligheidshelm op het
hoofd en betreedt de bouwplaats achter het rechtbank
gebouw, nadat de betrokken directeur van de Rijksge
bouwendienst, ir. Appel, daartoe de weg heeft vrijge
maakt via het klassiek doorknippen van een rood lint.
De staatssecretaris beklimt via een trapje de cabine van
een op rupsbanden geplaatste heimachine en drijft de
eerste zogenaamde schroefpaal behendig de grond in.
Zij vervangt bij dit alles de minister van justitie, mr. J. de
Ruiter, die op hetzelfde tijdstip in de Tweede Kamer der
Staten-Generaal de nieuwe abortuswetgeving moet
verdedigen, een onderwerp dat in 1890 zwaar taboe
was.
Alleen al een vergelijking tussen de scène op 15 sep
tember 1890 en de scène van 16 december 1980 is signi
ficant of als u wilt symptomatisch voor de ontwikkeling
die heeft plaatsgevonden in het cultuurhistorisch of als
u wilt sociologisch bepaald beeld van de Rechterlijke
Macht. Die ontwikkeling is ook af te lezen uit een verge
lijking van het beeld van het huidige gebouw van de
rechtbank met het beeld van het komende complex
zoals dat is ontwikkeld door de architecten Klarenbeek
en Bolt.
Bezetting college en De vaste bezetting van het college van de rechtbank is in
Openbaar Ministerie 1890 niet groter dan vijf man. Aan dat college is toege
voegd een zesde man, de griffier. Voor wat betreft de
bezetting van vijf man dient het accent zowel te worden
gelegd op vijf als op man.
In 1980 omvat het reehterscollege van de rechtbank in
totaal 19,2 man. Daaronder zijn begrepen rechters die
part-time werkzaam zijn. De griffier is functioneel be
drijfsdirecteur ten behoeve van alle gerechten in het
arrondissement. Onder deze 19,2 rechters bevinden
zich zeven vrouwen van wie er vier full-time werkzaam
zijn en drie in deeltijdarbeid. Het college is overigens
onderbezet.
De vrouw heeft in de Haarlemse rechtbank voor het
eerst haar intrede gedaan in het begin van de jaren '50
en dan nog in de figuur van een rechter-plaatsvervan-
38