heid van communicatievoorzieningen. Aldus legt de
Majesteit van het Recht degenen die het recht zoeken
en/of willen helpen verwerkelijken het wat vreesachtig
zwijgen op, dat een van de factoren is waardoor een
vervreemdingsproces tussen rechter en samenleving
kans kan krijgen.
Wanneer ik dit zo formuleer, is daarmee tevens gezegd
dat de maatstaf voor een rechthuis van 1980 dat toe
komst heeft, niet meer kan zijn 'de Majesteit van het
Recht' en een daarop gericht Paleis om die Majesteit
onderdak te bieden. Daaraan bestaat thans geen be
hoefte meer.
Het recht is, zoals één van de justitiebegrotingen uit de
jaren '70 begint, geen rustig bezit meer. Van een van
zelfsprekend gegeven van het recht als een absolute en
onaantastbare grootheid, te vergelijken met een Majes
teit, kan niet meer worden gesproken.
Het recht moet telkens weer gezocht, gevonden en bo
venal gedaan worden. Zo bezien krijgt de term vonnis
als de vaststelling van het recht, dat in een concreet
geval gevonden is, wellicht weer eens reliëf en biedt het
bedrijf van de rechtspraak perspectief. De rechter van
1980 en volgende jaren is er dan ook op uit zijn ge
sprekspartners in de ruimste zin des woords, dat wil
zeggen al degenen, die zijn tussenkomst inroepen en
over wier belangen hij heeft te oordelen, tot hun recht te
laten komen. Voor die mensen wordt in de eerste plaats
gebouwd, ongeacht of zij die rechterlijke tussenkomst
zelf vrijwillig inroepen, dan wel tot aanvaarding van die
tussenkomst gedwongen worden.
De rechter zal derhalve toegankelijk en bereikbaar moe
ten zijn in meer dan één betekenis. Het rechthuis zal
daaraan geen belemmeringen in de weg mogen leggen.
Het zal bovendien een zodanige plaats in de samenle
ving moeten hebben, dat het een teken is voor het feit
dat de rechter zich bij de uitoefening van zijn taak, t.w.
zowel beslissen als bemiddelen, regelrecht bezighoudt
met de samenleving en voor die samenleving als de
enige bestaansgrond voor zijn werk openstaat. Ook
daarom hoort die rechter in een vooral op menselijke
maat gesneden d.w.z. op communicatie gerichte omge
ving thuis, zoals dat ook in de klassieke oudheid het
geval was. Je kon hem vinden op het forum, op of vlakbij
de markt, als de plaats waar de dingen gebeuren: ver
houdingen tussen de mensen onderling, tussen de indi
viduele burger en de bestuurlijke overheid, ook verhou-