ruiten geheel kan worden afgesloten. Groot was hier de
drukte en het gewoel bij de aankomst der Wagentrein.
Sierlijke Omnibussen met de opschriften hunner be
stemming, Vigilantes, Koetsjes, Snorwagens, ja wat niet
al, verreden het plein. In een ogenblik hadden wij met
den heer Hoeufft en de blinde onderwijzeresse in de
godsdienst Jufvrouw Pauw en hare geleidster ene bij
wagen beklommen, die ons naar de plaats van bestem
ming, de tuin van het Genootschap Natura artis magis-
tra in de Plantagie, zou heenvoeren. De weg derwaarts
was bij het heerlijk schone weder en den helderen he
mel, die ons begunstigde, alleraangenaamst. Alras toch
waren wij op de vrolijke Buitenkant aangekomen, waar
het ruime IJzigt met zijn mastbosch van schepen van
allerlei aart en grootte, de drukte en bedrijvigheid hier
heerschende een aangenaam tafereel aanbood. De wa
gen reed zeer gelijkmatig door, en verlieten ons al spoe
dig de vrouwelijke reisgezellen, en hielden wij aan de
poort van het grootsche Entrepotdok even op, ene
schepping onzen wereldberoemde handelstad waar
dig. Nu waren wij alras in de Plantagie aangekomen,
waar wij zeer in de nabijheid der zoölogische tuin, de
Wagen verlieten en den vriendelijken voorkomenden
Conducteur dezer waarlijk schone onderneming een
hartelijk vaarwel toeriepen.
Het gezelschap betreedt daarna de tuin door een dub
bele deur, waarboven de Zinspreuk van het Genoot
schap Natura artis magistra was te zien (2). Daar werden
zij direct al aangenaam verrast door een aantal zeer
merkwaardige Vogels, waarvan de namen in het Latijn
en in het Nederlands zeer duidelijk op nette geschilder
de plaatjes waren te lezen. Even verder waren de hoef
dieren te zien, waaronder een wit damhert, in houding
en soort met onze in den Hout overeenkomende. Ja! dit
48