is vooral in zulk ene schone inrigting een waar genot,
dat men ongehinderd en op zijn gemak de levende won
deren van Gods heerlijke schepping kan aanschouwen
en niet zoals in de verzamelingen van vreemde dieren
op onze Jaarmarkten door een toevloed van nieuwsgie
rigen word gehinderd en door het eentonige gesnater
der niet zelden hoogst onkundige uitleggers zijne ge
dachten niet den vrijen teugel kan vieren en de voorwer
pen met de nodige aandacht gadeslaan. Aan het eind van
de tuin bevonden zich de Oost- en Westindische Voge
len in hun traliewoningen. Van het Apengeslacht waren
er een tien of twaalftal, welke dieren door hun zonder
linge uitzicht, vreemde sprongen en kuren dermate de
aandacht trokken, dat sommigen onzer niet gemakke
lijk konden scheiden. Voorts waren er o.m. nog beren,
krokodillen in een waterbak, waarin enige ruigte en gras
was gelegd, een luipaard en een zonderlinge tweevin-
gerige Luyaard; het melancholisch uiterlijk van dit in
waarheid afzichtig dier, deszelfs bolvormig hoofd en
beide voorhanden, met twee vingers voorzien, zijn in
eengedoken stand, en het zeldzame van dit voorwerp
der Schepping levend in Europa te bezitten, deed het
ons enen geruimen tijd aanstaren. Toen de leden van de
commissie zich weer aan de ingang, thans aan de rech
terzijde bij enige grote roofvogels, in hokken geplaatst,
bevonden, voegde zich de heer Draak, opzichter dezer
verzameling, die van ijver voor de praktische beoefe
ning der Natuurlijke Historie blaakt bij hen. De heer
Draak (3) zelf was in het bezit van een uitmuntend kabi
net van in Scelet opgezette dieren, voornamentlijk Vis-
schen, daaronder dat van den beroemden Walvisch,
voorweinige jaren in het naburig Wijk aan Zeeopstrand
gezet. Na onder begeleiding van de heer Draak nog een
korte rondwandeling in de tuin gemaakt te hebben bleef
het gezelschap het merkwaardigste en zeldzaamste
schepsel der Verzameling, de zo beroemde Pongo of
Orang Outang nog ter beschouwing overig. De heer
Draak nodigde hen uit hem in zijn woning te volgen,
daar hij zich zelf met de bewaring, opvoeding, verzor
ging en kweeking van dit zonderlinge wezen had belast.
Daar stonden ze dan in de voorkamer van de woning
voor dit kostbare Kleinood, dat, in een wollen kinderde
ken gewikkeld, in zijn met houten traliën voorziene wo
ning op een strooleger lag. Even later wandelde een
bediende als meteen kind met hem door de kamer; hij at
een paar beschuitjes en dronk in een paar teugen een
glas Madera ledig. Dan liet hij zich door elk onzer bij de
49