hand nemen en betasten. A/a zijn wij zouden bijna
kunnen spreken van - optreden, werd de aap weer in
zijn woning teruggevoerd en ging daar op een daarin
opgehangen schop even schommelen. Dan wikkelde hij
zich weer in zijn deken, trok deze als met een kap om
zijn kop en zat toen onbewegelijk ons aan te staren, met
zijn heldere ogen overal heenziende. Een lang leven
was deze aap jammer genoeg niet beschoren. De vroeg
ingevallen, doch kortstondige vorst van deze anders zo
voorbeeldig zachten winter was volgens een later be
richt in het Handelsblad onze Pongo noodlottig gewor
den. Nu zij zich bij dit zonderlinge wezen, dat beleid met
vernuft weet te paren, niet langer mogten ophouden
sloten zij hun wandeling door Artis af met een bezoek
aan de receptiezaal, waar zich o.m. in glaze kommen
ene voorraad van levende Amphibiën bevond. Nadat zij
hun namen voor het Album hadden opgeschreven na
men zij afscheid van de heer Draak, hem dankzeggend
voor zijn heuschheid en welwillendheid.
Na zulk een waarlijk wetenschappelijk genot in de aan
dachtige beschouwing van een zo groot aantal merk
waardige, levende voortbrengselen van Gods heerlijke
schepping gemaakt te hebben, verlangden wij naar eni
ge restauratie van het ligchaam. Wij besloten daartoe
ons naar het Huis te Lokhorst aan de Weesperzijde te
begeven en deze wandeling was bij het heerlijk schone
weder reeds een aangename afwisseling en ontspan
ning. Wij doorkruisten dit gedeelte der Amstelstad met
veel genoegen, zagen van verre de in aanbouw zijnde
Moses en Aaronskerk, wiens gevel met levensgrootte
beelden zal prijken en die als ene Christentempel voor
Roomsch-gezinden, te midden der alhier gevestigde
Hebreërsen hunne talrijke Synagogen, gewiseen merk
waardig verschijnsel kan genaamd worden. Al spoedig
waren wij buiten de Weesperpoort en aan den breeden
Amstelstroom in het huis te Lokhorst aangekomen en
verkwikten ons daar met een krachtig dejeuner, terwijl
het ruime uitzicht en de zeer drukke scheepvaart ene
aangenaame afwisseling aanbood.
Na enige tijd zagen wij een paar sierlijke Omnibussen
aankomen, in een van welke voor ons zestal naar de
Station der Spoorweg plaats wierd genomen. Ten half
twee uur ruim reden wij met een paar Heren van hier af,
langs de luchtige Binnenamstel, over de nieuw ge
bouwde brug (thans Blauwbrug), de Amstelstraat, Bo
termarkt, Breestraat (thans Rembrandtplein en Regu-