goede geluidsweergave eigenlijk 10 meter nodig had.
'Boven de zaal is alleen het dak en ik sprak daarom over
hooger brengen van het dak, maar daar werd niet veel
op geantwoord'.
De Dit probleem zou algemene bekendheid krijgen. Op 22
'paleisorgel-kwestie' maart waarschuwde het lid Van der Ban in de Haarlem
se Raad 'geen olifant in een huiskamer te zetten'. In de
Oprechte Haarlemsche Courant schaart J.W. Enschedé
zich bij de twijfelaars over de mogelijkheid van inbouw:
het orgel is z.i. te hoog en te zwaar voor de zaal en hij
twijfelt aan de akoestiek. Krantenkoppen als 'De Paleis
orgel-kwestie' doemen op.
In het Haarlems Dagblad bemoeide Peereboom zich
uiteraard ook met de zaak. Aan de hand van een teke
ning van de achterwand van de zaal met daarop op
schaal het orgel geprojecteerd toonde hij aan dat het
gewoon niet kon. Er kwamen ook ingezonden stukken
van orgelbouwer K.P. van Ingen uit Haarlem met de
strekking dat het orgel qua hoogte niet paste. De Rotter
damse Maasbode trok de vergelijking van de man die
een te grote auto voor zijn garage heeft gekocht.
Orgelbouwer S. Adema probeerde olie op de golven te
gieten door te verklaren dat het orgel wél paste.
B. en W.: het past wel In de gemeenteraadsvergadering van 12 juli 1922 werd
door B. en W. voorgesteld 39.500,- te voteren voor
plaatsing van het orgel. Gesprekken met George Robert
en S. Adema hadden B. en W. de zekerheid gegeven dat
het a. technisch kon, b. dat de akoestiek niet nadelig
werd beïnvloed en c. dat het orgel in uitstekende toe
stand verkeerde en de kosten alleszins waard was. Het
raadslid Reinalda pleitte echter voor uitstel van de be
slissing, o.m. met het argument dat door plaatsing van
het orgel er meer concerten zouden komen, zodat de
zaal dan minder vaak gebruikt kon worden voor verga
deringen! Ondanks felle pleidooien van de wethouders
Bomans, Bruch en Slingenberg om toch vooral nu het
besluit tot plaatsing te nemen -zij dreigden zelfs dat het
orgel Haarlem zou kunnen ontgaan ten gunste van het
Amsterdamse Concertgebouw 'dat op het vinketouw
zat' - werd het voorstel van Reinalda, om de beslissing
uit te stellen, aangenomen met 16 tegen 15 stemmen!
B. en W. berichtten deze uitslag aan Stoop en Bunge en
vroegen of dezen er bezwaar tegen hadden de beslis
sing tot voorjaar 1923 aan te houden. Stoop had geen
bezwaar, Bunge vroeg zich echter af 'of van dit uitstel
66