sierlijke halsgevel, die net als de huurpanden 28, 30 en 44 van oudsher voorzien was van een dodekoplaag. Deze laag, die het pand een bruin-rood uiterlijk geeft, is traditioneel een van de methoden om de gevel tegen waterdoorslag te beschermen. Men moet daarbij be denken, dat dit type woningen nooit voorzien is geweest van een spouw en de gebruikte steen als gevolg van het bakproces veelal in veldovens buiten de stad vrij zacht is en gemakkelijk vocht doorlaat. Van de her komst van de in Haarlem gebruikte baksteen is door gebrek aan tijd en ontoereikende bemanning van de afdeling Monumentenzorg weinig te zeggen. Invoer vanuit Leiden en Kampen (IJsseldelta) is bijvoorbeeld uit rekeningen bekend. In de tijd van de bouw van dit pand is de steenproduktie rond Leiden naar schatting een 80 miljoen stuks en in de IJsselstreek een kleine 112 Klein Heiligland 36(1983).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1983 | | pagina 114