In 1841 koopt de Hollandsche Maatschappij Spaarne 17 aan en breidt het rond 1900 in noordoostelijke richting langs het Spaarne uit. Deze vleugel wordt geplaatst in de tuin, die daar door de vorige eigenaar na aankoop van naburige panden en sloop ervan in de jaren 1822 en 1835 is ontstaan. Het gietijzeren hek, dat overbodig is geworden, wordt aan de Spaarnwouderstraat-zijde her plaatst. Het inwendige van het oudste gebouw kent nog een aantal zeer fraai afgewerkte interieurs, waaronder de Blauwe Zaal. In het jaarverslag 1981 is al melding gemaakt van het verwijderen van de beeldengroep met figuren uit de Griekse mythologie, waaronder de godin Minerva. Op uitdrukkelijke wens van de Rijksdienst voor de Monu mentenzorg worden de beelden vervangen door in tro pisch hout uit te houwen kopieën; de bestaande exem plaren zullen te zijner tijd in het op te richten Historisch Museum Zuid-Kennemerland worden geplaatst. In 1982 besluit het bestuur van de Hollandsche Maat schappij tot een vervolg van eerder begonnen herstel werkzaamheden aan het gebouw; dak, tuinmuur en poort, het eerder genoemde gietijzeren hek, scheuren in gevels en in het stucwerk van de Blauwe Zaal geven 122 t)£ Spaarne 17, vroeg 19e- eeuwse litho van C.J. Bos met aan de linkerzijde het gietijzeren hek, dat nu aan de Spaarnwouderstraat staat.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1983 | | pagina 124