Voorhenen bestond de Koophandel dezer Stad groo-
tendeels in den handel in Granen, Linnen, en Bloe
men.
De Graanhandel bloeide voornamelijk door twee en
zeventig Bierbrouwerijen, terwijl er thans slechts
twee bestaan, zijnde: de Bierbrouwerij het Scheepje,
op het Spaarne, onder de firma van Van der Aa en
Schmidt en Comp., en de Bierbrouwerij het Vliegen
de Hert, op het donkere Spaarne, onder de firma van
Hendrik Lans. Het Haarlemsche bier, dat zeer ver
maard was, werd alom verzonden, terwijl het verkoo-
pen en gebruiken van vreemde bieren, door geheel
Kennemerland, verboden was, waardoor dus de
bloei der Brouwerijen hier te stede zeer bevorderd
werd.
De Linnenhandel bestond niet alleen door het hierter
stede gefabriceerde linnen, dat om zijne schoonheid
en fijnte alom beroemd was, maar de linnens werden
uit het Guliksche, Bergsche en Bijleveldsche, uit de
Meijerij van den Bosch, uit Vlaanderen en Braband,
en ook voornamelijk uit Silesie, bij vele duizenden
stukken naar deze stad als naar een algemeen maga
zijn gevoerd. Dit linnen werd hier gebleekt en vervol
gens opgemaakt. Het aanleggen van Linnenbleeke-
rijen in Braband en Vlaanderen, en de hooge inko
mende regten op de van elders ingevoerd wordende
witte lijnwaden in Engeland en elders, hebben dezen
tak van handel zoodanig doen vervallen, dat nog
maar door één huis hier ter stede de linnenhandel
gedreven wordt, te weten, in de Groote Houtstraat,
onder de firma van Kops en Rookmaker.
De Bloemenhandel verloor haar aanzien niet na het
verval van den beruchten tulpenhandel; en deze Stad
behield altijd den naam, dat zij de grootste liefheb
bers en kenners van bloemen bezat. Ook werd de
teelt van planten, en wel voornamelijk die der bollen,
hier altijd met ijver doorgezet, zoo als nog de menigte
van Bloemisterijen om deze Stad bewijst, zijnde het
aantal derzelvetegroot, om hierafzonderlijkvermeld
te worden. Onder de liefhebbers van planten, wier
aanzienlijke verzamelingen eene bijzondere vermel
ding verdienen, en die meerder in de nabijheid der
Stad gevestigd zijn, noemen wij: den Heer Van
Marum, aan het Buiten-Spaarne; den Heer Van
11