middelbare schooltijd werd doorgebracht op het Chris
telijk Lyceum aan de Emmakade, waar rector ir. Van
Dorp de scepter zwaaide. Ben heeftin latere geschriften
boeiend over zijn jeugd geschreven, over al zijn ge
dachten en dagdromen, die hij toen al zo sterk had.
Toen ik niet lang na het eindexamen HBS op een mooie
vroeg-zomeravond met mijn vader, een self-made man
van klasse, door de laan liep, begeleid door het gezang
van merels en lijsters, en hij mij voorstelde toch maar
'voor dokter' te gaan studeren, stemde ik met weinig
aarzeling toe'. Zo keerde hij terug naar zijn geboorte
stad en volgde colleges aan de Gemeentelijke Universi
teit, een unieke gebeurtenis in de familie! Na zijn bevor
dering tot arts in 1939 ging hij zich geïnspireerd door
de bekende Amsterdamse kinderarts prof. Cornelia de
Lange - specialiseren in de kindergeneeskunde, een
richting binnen de geneeskunde die al geruime tijd een
warm plekje in zijn hart had. 'Kinderarts ben ik gewor
den door mijn liefde voor kinderen, die ik, merkwaardig
genoeg zelf nog een kind, reeds voelde. Als elke liefde
kan het de beste gevoelens in je opwekken. Hun arge
loosheid en hulpeloosheid doen een beroep op je ver
antwoordelijkheidsgevoel en als toegift werken ze vaak
op je vriendelijkste lachspieren'.
Door de oorlogsomstandigheden gedwongen vond zijn
specialisatie aan diverse universiteiten (Amsterdam,
Leiden) en in diverse ziekenhuizen (Haarlem, Arnhem)
plaats. Na 'de slag om Arnhem', waarbij zijn huis aan de
Rijnkade werd gebombardeerd en al zijn bezittingen
verloren gingen, was Ben een tijd actief in een zieken
huis te Velp, waar geëvacueerde zieke kinderen uit Arn
hem werden verpleegd. Zeer typerend voor hem: helpen
waar nodig, daarbij niets ontziend en niemand vrezend.
Een jaar na zijn kwalificatie als kinderarts in 1945 werd
hij vanuit Haarlem, waar hij inmiddels praktizeerde in de
nog bestaande fraaie panden aan de Haarlemse Dreef,
eerst op nummer 24, later op nummer 16, als reserve
officier van gezondheid uitgezonden naar Indonesië. In
het Militair Hospitaal in Tjimahi (bij Bandoeng) was hij
belast met de bloedtransfusiedienst en de shockbehan
deling van de gewonden. Tevens runde hij de kinder
afdeling van het hospitaal. In deze tijd werd hij op de
meeste realistische wijze geconfronteerd met de gru
welen van de pokkenepidemie, die er heerste.
Na zijn terugkeer in Nederland (1949) vestigde hij zich
wederom in Haarlem als eerste kinderarts met een con
sultatieve praktijk, was consulent in het St. Joannes de