zijn omgeving aarzelde Schroder heel lang om ook die in boekvorm uit te geven. 'Een waarzegster heeft mij eens voorspeld dat ik niets dan narigheid zou krijgen met uitgevers' zei hij, maar hij zwichtte tenslotte toch voor de uitnodiging van Thomas Rap om er een lees baar etymologisch woordenboek van te maken. Toch dreigde de noodlottige voorspelling waarheid te worden, want toen het omvangrijke materiaal eenmaal ter zetterij lag, bleek het een boek van meer dan duizend pagina's te moeten worden. Tot twee keer toe heeft de schrijver toen met pijn in het hart het zorgvuldig be werkte fichesbestand moeten uitdunnen; maar het boekje dat zo ontstond onder de kenmerkende titel 'Van aalmoes tot zwijntjesjager' is dan ook een kostelijk spe cimen geworden van speels uitgedragen kennis. In 1932 promoveerde Piet Schroder op een dissertatie waarvan het onderwerp opnieuw demonstreerde dat hij serieuze zaken - als een proefschrift - graag met een zekere lichtvoetigheid combineerde en dus verwierf hij de doctorsgraad met 'Parodieën in de Nederlandse Let terkunde'. Karakteristiek voor Schroder tot op het eind van zijn leven was zijn voorliefde om kunst en cultuur van een privilege voor de happy few om te bouwen tot een ver worvenheid voor velen. Voor dat doel heeft hij zich bij uitstek kunnen inzetten als Algemeen Secretaris van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen. En die lijn zette hij ook na zijn pensionering door toen hij gretig toetrad tot het bestuur van het nieuwe Erasmus College, een Haarlemse school voor volwasseneneducatie, en door zich in te zetten voor de 'Rijdende Bibliotheken', een initiatief om boeken met bussen bij de mensen thuis te brengen. Maar ook hiermee is de lijst van zijn activiteiten gericht op een breed publiek nog niet uitgeput. Vele jaren lang bezocht Piet Schroder - met groot genoegen - honder den landelijke toneelpremières om daarover vervolgens kort schriftelijk verslag uit te brengen aan de talrijke landelijke onderafdelingen - 'departementen' - van het Nut, die graag wilden weten of bepaalde stukken ge schikt waren om 'hun jongedochters mee naar toe te nemen', zoals Piet het zelf uitdrukte. Op die manier heeft hij achter de schermen vrijwel ongemerkt veel kunnen doen voorde bereidheid in het land ook 'moei lijk modern toneel' te accepteren. Daarmee nam hij overigens de draad op van een oude liefde; als jonge man had hij al niet minder dan vijftig

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1983 | | pagina 192