organisatie van de Vrijzinnig-Democratische Bond ver
zette hij zich toen al tegen het autoritaire nationaal-
socialisme.
Na de oorlog koos hij bewust voor het socialisme en
voor de democratie, voor een rechtsstaat met vrije me
ningsuiting die juist daarom verantwoordelijkheid
droeg voor hen die tijdens de oorlog vervolgd waren. De
slachtoffers, die de vervolging overleefd hadden, ver
zetten zich tegen de vrijlating van de Drie van Breda. De
solidariteit, die Joop Voogd voor hen voelde woog
zwaarder dan de ook voor hem zwaarwegende argu
menten voor vrijlating.
Voogd heeft in de Kamer dit dilemma uiteengezet; zijn
speech, ook via de televisie uitgezonden, heeft een
enorme indruk gemaakt op ieder die het heeft gehoord.
Het weekblad Vrij Nederland eerde de overledene door
deze rede integraal af te drukken ter herdenking; een
waardiger eerbetoon is nauwelijks denkbaar.
Voogd liet zijn standpunten zwaar wegen. Daarom heeft
hij ook terecht bestuursfuncties als wethouder of
staatssecretaris geweigerd. Hij miste 'die vleug wreed
heid, die voor zo'n functie onontbeerlijk is', schreef
Kassies. Hij had het zo al moeilijk genoeg met het frac
tievoorzitterschap van de PvdA in de Haarlemse raad, al
was hij ook daar, door optreden en woordkeus, een
zwaargewicht, een geducht debater met door hem om
hun kwaliteit en parlementaire spelopvattingen ge
waardeerde tegenstanders als Van Liemt van de KVP en
Slingenberg van de VVD. Want bij alle eigenschappen,
die hiervoor zijn opgesomd, hield de sportsman Voogd
ook van het parlementaire spel: de uitdaging van de
tegenstander, het debat.
Poëzie is ook een spelvorm: het rangschikken van
woorden en gedachten. Voogd was uitstekend thuis in
de Nederlandse literatuur, hij citeerde veelvuldig en
toepasselijk in zijn politieke werk, bij voorkeur van Ed
Hoornik. Een oorlogsslachtoffer, steeds weer getui
gend van het schuldcomplex van de overlevende. Dui
delijk een verwante geest; ook Voogd moet uit dat
schuldgevoel gehandeld hebben.
Als raadslid, als Kamerlid, de laatste jaren van zijn leven
ook als lid van de commissie Kunstzaken, adviesorgaan
van de Haarlemse gemeenteraad, toonde Voogd zijn
betrokkenheid bij kunstzaken. Kunst en politiek waren
voor hem nauw verbonden: ze moesten elkaar beïnvloe
den, inspiratie aan elkaar ontlenen. 'Elkander kussen,
elkander slaan', Kassies herinnerde aan dat citaat van
195