de stedelijke overheid een subsidie verleende aan
een kerkelijke instelling voor armenzorg (30). Een jaar
later werd ook subsidie verleend aan de diakenen van
de Gereformeerde Gemeente. In dat jaar vinden we in de
stadsrekeningen ook een laatste aantekening die in ver
band lijkt te staan met de Boterkrijg: de 200 manschap
pen, die kapitein Damius in dienst had genomen, wor
den dan weer ontslagen. Vermoedelijk betreft het hier
een compagnie waardgelders, huursoldaten in dienst
van de stad, die in deze moeilijke periode moest assiste
ren bij de ordehandhaving. De Boterkrijg zelf was een
incident, maar geplaatst in de historische context blijkt
pas goed dat de Gouden Eeuw allesbehalve een tijd was
van algemene en voortdurende voorspoed.
noten (1) Gemeentearchief Leiden, stadsarchief, Aflezingen H f.
126.
(2) R.M. Dekker, Holland in beroering. Oproeren in de 17de
en 18de eeuw (Baarn 1982), pp. 30-31.
(3) T. Schrevelius, Harlemias (Haarlem 1648), p. 202. Over de
benamingen van de Ossenmarkt en de Visbrug: Alge
meen Rijksarchief, Den Haag (ARA), Hof van Holland (HH)
5230-10, attestatie van Cornelis Ysacksz. van de Wal en
Ysack Cornelisz. van de Wal d.d. 22 juli 1624.
(4) Dekker, a.w., hfst. Ill, pp. 51-65.
(5) Schrevelius, a.w., p. 202.
(6) ARA, HH 5230-10, attestatie van Cornelis Ysacksz. van de
Wal en Ysack Cornelisz. van de Wal d.d. 22 juli 1624.
(7) Schrevelius, a.w., p. 202.
(8) Schrevelius schrijft dat de oproerlingen het huis 'hebben
beset' en vervolgt dan: ze 'stonden ghereedt om 't gan-
sche huys te raseeren ende te plunderen' (a.w., p. 202).
Alleen Het ontroerd Holland (3 dln., Harderwijk, z.j., ca.
1749), spreekt duidelijk van een plundering (pp. 44-45).
(9) A.J. Enschedé ed., Index op de keur- en gebodregisters
van de stad Haarlem, ('s-Gravenhage 1875), p. 198.
(10) ARA, HH 5230-10 attestatie van Hans de Visscher d.d. 5
juni 1624. (De Visscher was de voerman van de wagen die
de drost naar Spaarnwoude bracht.)
(11) ARA, HH 5230-10 attestatie van J. Coesaert d.d. 22 juli
1624.
(12) Schrevelius, a.w., pp. 202-204.
(13) R.J. van der Capellen ed., Gedenkschriften van Alexander
van der Capellen (2 dln., Utrecht 1777-1778), I p. 276.
(14) Schrevelius, a.w., p. 198.
(15) Gemeentearchief Haarlem (GAH), stadsarchief, kast
19:204, stadsrekening 1624, f. 48v.
27