(16) Van derCapellen, a.w., I p. 276.
(17) ARA, Staten van Holland 1384 (uitgaande missieven
1621-4), f. 376-376v, vgl. f. 379v.
(18) ARA, HH 5230-10 is het rapport van deze commissie.
(19) Dekker, a.w., p. 120.
(20) ARA, HH 5230-10 attestatie van Gielis de Vlieger, pensio
naris van Haarlem.
(21) ARA, HH 5230-10 attestatie van J. Coesartd.d. 7juni 1624.
(22) ARA HH 5230-10.
(23) GAH, stadsarchief, kast 10:6, resoluties van de burge
meesters 1623-32, resoluties d.d. 6 juni 1624.
(24) ARA, HH 5230-10 attestatie van Balthazar de Beaumont
d.d. 16 juni 1624.
(25) ARA, HH 387, f. 202v, brief d.d. 16 juli 1624.
(26) H. Soeteboom besteedt in het anoniem verschenen
Noordhollands ontrusting ofte historisch verhael van het
begin en voortgang der oproeren die tot Oost- en West-
Zardam, Wormer, Crommenye etc. voorgevallen zijn in
den jaare 1678 (Amsterdam 1678), ook enige aandacht
aan de Boterkrijg in Haarlem (pp. 62-63). Hij schrijft onder
meer: 'Maar mocht men seggen, twee waren de voor-
naemsten die dit deden, en die mosten daerom gestraft'.
Het is echter niet duidelijk of deze regel op het oproer van
1624 of dat van 1678 slaat.
(27) GAH, stadsarchief, kast 19:204, stadsrekening 1624, f.
48v, 52v, 53, 63, 65.
(28) Dekker, a.w., p. 31 met als bron J. Wagenaar, Vaderland-
sche historie.
(29) GAH, stadsarchief, kasten 3 en 4:11 resoluties van de
vroedschap 1622-6, f. 268, resolutie d.d. 15 juli 1624.
(30) GAH, stadsarchief, kast 27:29. Rond 1800 maakte de
toenmalige stadssecretaris Graswinckel deze excerpten
uit de stadsrekeningen.