Ie over het Spaarne; 'die Afterstrate' is de huidige Spaarn-
wouder- en Antoniestraat, welke beide straten in 1861,
i. toen Enschedé zijn boek schreef, nog Achterstraat
Ie heetten (3); de toponiemen het Weideland en de Broek
at wijzen op drassige, natte grond, hetgeen overeenkomt
w met de fysisch-geografische situatie van het Burgwal
en gebied dat een veen- en kleigebied is. Op grond van
:d deze drie argumenten stond het voor Enschedé vast dat
n het Oude Gasthuis van Haarlem over het Spaarne heeft
n gelegen, ergens in de Spaarnwouder- of Antoniestraat.
te Een nadere locatie kon hij niet geven,
ie Maar Enschedé wist natuurlijk ook dat op de Boter-
,n markt een gasthuis had gestaan dat de naam het Oude
a- Gasthuis droeg. Hij had daar wel een verklaring voor. Uit
te 1347 dateert namelijk, zo weet hij ons te melden, een
oorkonde waarin Agniese Beatrijsdr. 'den Nuwen Gast-
le huse tot Hairlem' elf schellingen gaf op een aantal hui-
<t zen en erven (4). Naar aanleiding van deze oorkonde en
n het jaartal 1347 zegt Enschedé - en nu citeren we hem
:e - 'De giftbrief geeft duidelijk te kennen dat het hier een
r- nieuw gasthuis geldt, hetzij het herbouwd, hetzij het pas
gesticht was. Neemt men aan, dat het gasthuis verbrand
<e en opgebouwd was, gelijk ik geloof, dan rijst de vraag
:k op, waar heeft het vroeger gestaan? Het op dezelfde
;e plaats weder op te rigten lag niet in den geest der tijden
ï- [sic!]; steeds zocht men bij het daarstellen van dergelij-
:e ke instellingen, die zooveel mogelijk buiten de bebouw-
3, de kom der gemeente te brengen, en dan is het niet
n onnatuurlijk dat het gasthuis op de tegenwoordige Bo
at termarkt werd opgerigt, welke grond öf nog niet óf zeer
onlangs tot de stad was getrokken'. Met andere woor-
is den, in 1347, toen een grote stadsbrand Haarlem voor
ij een groot deel in de as legde, brandde het Oude Gast-
le huis over het Spaarne af en werd toen nieuw opge-
al bouwd op de Botermarkt, vanwaar het de naam het
a- Nieuwe Gasthuis kreeg.
r- Op een gegeven moment, zo redeneerde Enschedé ver-
n der, werd dit gasthuis op de Botermarkt te klein. Een
g nieuw gasthuis werd daarom begin 15e eeuw in de Gro-
ï- te Houtstraat gebouwd. Dit nieuwe gasthuis zou vanaf
at 1438 het St. Elisabethsgasthuis genoemd worden, ter-
ar wijl het gasthuis op de Botermarkt met de inmiddels
n daaraan vastgebouwde St. Gangulphuskapel teronder-
■C scheiding van het Nieuwe Gasthuis in de Grote Hout
straat de naam het Oude Gasthuis zou krijgen,
ar Er zijn dus volgens Enschedé drie gasthuizen in het
al geding: het Oude Gasthuis over het Spaarne, het Nieu-
33