verkaveld en bebouwd, waardoor de oorspronkelijke structuur geheel verloren ging. Duidelijk blijkt dit onder andere uit het feit dat in de 15e eeuw dit gebied een tijdlang het Nieuwe Land genoemd zou worden (12). Samenvattend kunnen we zeggen dat aan de overzijde van het Spaarne in de 13e en 14e eeuw geen gasthuis heeft gestaan. De in de oorkonden van 1375-1388 ge noemde Achterstraat, Burgwal, Weideland en Broek, en Oude Gasthuis, slaan respectievelijk op de Gasthuis- en Tuchthuisstraat, de stadsgracht (in de 19e eeuw ge dempt, thans de Wilhelminastraat), het gebied tussen Gasthuisstraat en Wilhelminastraat en het in 1576 afge brande Oude Gasthuis op de Botermarkt. In 1282 wordt het gasthuis voor het eerst genoemd in het testament van ridder Gerard van der Wateringhe, die aan de be gijnen, de Carmelieten en het gasthuis te Haarlem geld nalaat (13). Het feit dat ridder Gerard het gasthuis in zijn testament gedenkt, wijst erop dat het gasthuis toen reeds de functie van liefdadigheidsinstelling vervulde en dat het niet alleen aan reizigers onderdak gaf maar ook zieken en armen verpleegde en verzorgde. In de loop der 14e eeuw neemt de behoefte aan ruimte om reizigers onderdak te geven en zieken en behoefti- gen te verplegen en te verzorgen sterk toe. Een nieuw gasthuis wordt gebouwd binnen de oude stad, in de Grote Houtstraat, schuin tegenover het gasthuis op de Botermarkt. In 1335 (en niet dus in 1347 zoals Enschedé beweert) wordt dit gasthuis voor het eerst genoemd onder de naam het 'Nuwen Gasthuze in Harlem' (14). Niet duidelijk is of dit nieuwe gasthuis in de Grote Hout straat ooit de functie van opvangcentrum van reizigers heeft gehad of dat het van meet af aan gediend heeft als zieken- en verpleeghuis. In het begin van de 15e eeuw wordt het gasthuis zeker enkel en alleen gebruikt om zieken te verplegen en behoeftigen in het algemeen te verzorgen, getuige een oorkonde uit 1432 waarin ge sproken wordt over 'den Nuwen Gasthuys binnen Haer- lem dair die ziecken in leggen staende in den Grote Houtstraet' (15). Tot de dertiger jaren van de 15e eeuw zal het gasthuis in de Grote Houtstraat consequent het Nieuwe Gasthuis genoemd worden. Ter onderscheiding wordt het gast huis op de Botermarkt voortaan het Oude Gasthuis ge noemd (16). De stichting van het Nieuwe Gasthuis (vanaf de dertiger jaren van de 15e eeuw het St. Elisabethsgasthuis ge- 39

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1983 | | pagina 41